(1. P. punten 117 en 189) en wel in het bijzonder, wanneer over voldoende tanks beschikt wordt of wanneer men te doen heeft met een reeds geschokten vijand. In zijn algemeenheid is het Fransche standpunt ten deze zeer zeker juist. Ik stel hier voorop, dat de wijze van artillerie-bestrij ding bij den aanval in den bewegingsoorlog niet aan vaste regels is te binden. In hooge mate doen zich hier weer de factoren tijd en hoeveelheid artillerie gelden. Tijd is noodig, om met vrucht de vijandelijke batterijen te kunnen bestrijden, zelfs al streeft men in geenen deele een volkomen vernietiging, doch slechts neutralisatie der artillerie na. Het is een gebiedende eisch, dat de opstellings plaatsen voldoende nauwkeurig bekend zijn, dat het vuur behoorlijk- is voorbereid; de opstellingsplaatsen der eigen artillerie dienen te worden verkend en ingenomen, voor de zoo belangrijke munitie aanvulling moet worden gezorgd, verbindingen aangelegd. Boven dien zal men, waar de hoeveelheid beschikbare artillerie in den bewegingsoorlog uit den aard der zaak niet zoo groot is, zuinig moeten zijn met het bestemmen van eenheden voor contra-artillerie, daar er nog zooveel andere taken aan de artillerie ten deel vallen. In dit verband wijs ik op hetgeen het Engelsche F. S. R. op b!z. 121 aanhaalt: „However it must be remembered that in the encoun ter battle the control of the enemy's artillery cannot be highly organized and moreover little information will be available on which to base any pre-arranged counter-battery plans"; voorts op het artikel van captain R. H. D. Kellie „Counter-battery work in mobile warfare" in de „Journal of the Royal Artillery' (1926). Kellie toont hierin aan, dat het bestrijden van artillerie in den bewegingsoorlog en speciaal bij het ontmoetingsgevecht een veel primitiever karakter zal dragen dan in een stellingoorlog. Van den geluid- en lichtmeetdienst is in die phase van den strijd weinig te verwachten; voor de waarneming en doelopsporing zal men slechts over vliegtuigen (mogelijk ook ballons) en over aardwaarnemers beschikken. Niet alleen de artillerie, maar ook de munitie-voorraad is beperkt. Bij den naderingsmarsch zal het van het aantal opruk kende colonnes afhangen, of men meer of minder snel over artil lerie beschikken kan. Z. i. verdient 't daarom wel aanbeveling, aan de voorhoede artillerie mede te deelen, bestemd om als contra batterijen op te treden, of althans om zoo spoedig mogelijk in staat te zijn, de noodige gegevens betreffende de vijandelijke artillerie te verzamelen. Ook de Duitschers zijn die meening blijkbaar toe gedaan, waar zij in F. u. G. punt 173 aangeven, dat als regel aan de voorhoede lichte artillerie en lichte munitie-colonnes zullen worden toegevoegd, terwijl ook een toebedeeling met zware artil lerie speciaal verdragend vlakbaangeschut met munitie van groot nut zijn kan. 533 De Franschen deelen slechts „si la situation le comporte" enkele stuk ken begeleidende artillerie of anti-luchtvaartkanonnen bij de voorhoede in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 61