dediger dan dikwijls al in staat is geweest, zijn artillerie aan k trekken en in stelling te brengen (c. q. het vuur vooi te bereiden) Een voorafgaande artilleriestrijd zal dan m. 1. regel zijn behalve dan wanneer men over een overmacht aan tanks beschikt. Pouleur stelt zich in zijn artikel in B. B. op eenzelfde standpunt Volgens hem mag een aanvaller, die over een meerderheid aan aitillene beschikt terwijl deze artillerie voldoende snel kan worden aa - o-etrokken en voor contra-batterijwerk technisch geeigend is, met aarzelen om vóór den aanval de vijandelijke artillerie het zwhsA" op te leggen, zelfs al geeft men daarmede de verrassing prijs. Ook ik vind, dat men in dit opzicht aan de verrassing niet al te gr°ott~ waarde mag hechten (tanks buiten beschouwing gelaten!). Men vergete niet, dat ook in den bewegingsoorlog het vuur van de artillerie voor den aanvaller een belangrijke hinderpaal vormen dat het streven naar verrassing somtijds leiden kan tot overijldheid met daaraan inhaerente kans op bloedige verhezen, (zie ook F. u. punt 267). Natuurlijk ziet Pouleur ook wel de gevallen onder het oog dat de neutralisatie minder volledig kan geschieden, hetzij door gebrek aan tijd, hetzij door goede maatregelen (camouflage stellingveranderingen) van de tegenpartij maar hij stelt als principe voorop, dat men eerst zooveel mogelijk afbreuk moet toe brengen aan de vijandelijke aitillerie. Hoe minder volledig deze neutralisatie heeft plaats gehad, hoe meer het dan zaak is, om gedurende den verderen loop der actie de artilleriebestrijding krachtdadig voort te zetten, d. w. z. dat er dan steeds artillerie beschikbaar moet zijn, om eventueel (weer) optredende vijandelijke batterijen onmiddellijk te kunnen aanvallen. Dit schrijven de Duitsche en Fransche voorschriften dan ook uit drukkelijk voor: F. u. G. punt 320 wahrend die Verteidigungs- artillerie niedergehalten wird" en blz. 151 „die feindliche artillerie 1st niederzuhalten"; I. P. punt 20 „Pendant l'attaque. elle (l'artillerie) contrebat l'artillerie adverse et la met hors d etat clc s'opposer au mouvement de l'infanterie". Door hoeveel artillerie dit moet geschieden, zal in hoofdzaak van de omstandigheden afhangen. In Frankrijk bestemt men hier als regel de korpsartil- lerie voor, al geeft punt 188 I. P. ook aan, dat de divisie-arti lene hieraan eveneens kan deelnemen (artillerie ,dMctiondensembe)^ De Duitschers wijzen er speciaal op (A. V. A. punt 2013), dat ee groepenindeeling in Nah- en Fernkampfartillene of in Artillerie- efi Infanteriebekampfungsgruppen, met tot een bepaalden dwan^ ma^ worden. Bijzondere omstandigheden immers kunnen t. g. t. verandering van opdracht noodzakelijk maken. Zoo kan lastig vum van de vijandelijke artillerie er toe dwingen, voorbijgaand ook deelen van de Nahkampfartillerie op deze doelen te doen vuren. 535 A.V.A. punt 1922 wil, indien de vijandelijke batterijen ook met vlieg- verkenning niet zijn op te sporen, door de vuuropemng van enkele batterijen, den verdediger er toe verleiden zijn vuurstellingen te verraden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 63