Eveneens kunnen op bepaalde plaatsen artilleriebekampfungsgrup-
pen tegen intanterie-doelen worden ingezet.
Hoe het zij, gedurende den aanval is hoofdtaak van de artille
rie, de infanterie te steunen; het contra-artilleriewerk behoort dus
tot' het strikt noodige te worden beperkt, vooral ook m. b. o. op
den beschikbaren munitievoorraad. De Fransche generaal Dedieu
Angiade wil dan ook in een artikel in de Revue d'Artillerie van
Juni 1924, aanvankelijk met de geheele artillerie (divisie-art. inbe
grepen) onder eenhoofdig commando de vijandelijke batterijen
buiten gevecht stellen, om daarna tot decentralisatie over te gaan,
onder voorbehoud echter, dat enkele speciaal daarvoor geschikte
afdeelingen automatisch onder den A. C. van het legerkorps komen,
wanneer zich de noodzakelijkheid voordoet, het vuur op de vijande
lijke artillerie te heropenen.
Ofschoon de Duitschers streven naar een gelijktijdige vuurope-
ning (F. u. G. punt 320) bij het begin van den artilleriestrijd, ach
ten zij dit niet altijd mogelijk, omdat sommige batterijen pas onder
den vuursteun van andere batterijen in stelling kunnen komen.
Ook wijzen zij er in genoemd punt op, dat het soms voordeelig
zijn kan, enkele batterijen achter te houden, ten einde die tegen
oorspronkelijk nog niet ontdekte vijandelijke artillerie verrassend
te kunnen inzetten.
2. Verdediging.
Wat de verdediging betreft, kan men reeds dadelijk zeggen, dat
in de meeste gevallen het optreden van contra-artillerie onder
gunstiger voorwaarden kan plaats hebben dan bij den aanval, ten
minste v. w. b. de bekendheid met het terrein, de meerdere tijd
van voorbereiding, betere opstellingsplaatsen, ruimere mogelijk
heden tot concentraties van het vuur en tot waarneming. Daaren
tegen zal als regel de verdediger over een minderheid aan artillerie
beschikken.
De algemeen geldende opvatting is, dat vóór het losbreken van
den vijandelijken aanval, de verdediger zijn vuur ook zal richten
tegen vijandelijke artillerie-doelen. (S. C. A. punt 8, I. P. punt 20
en 138; F. u. G. punt 365). Gedurende dit tijdperk van „contre-
préparation" zal volgens de Fransche voorschriften de artillerie
haar vuur richten tegen de vijandelijke infanterie èn de artillerie,
(punt 138). Blijkbaar achten de Franschen de artilleriebestrijding
dus geen hoofdzaak. Dit blijkt ook nog uit art. 162 F P.: Toutes
les batteries du Corps d'armée doiver.t être en situation de prendre
part a la lutte devant la position de resistance; les groupements a
la disposition du Commandant du Corps d'armée doivent
en outre pouvoir assurer les missions de contre batterie
en uit art. 210, hetwelk aangeeft, dat ook de divisie-artillerie even
tueel aan den artilleriestrijd kan deelnemen.
536
Zie voorts punt 65S.C.A.: „Une partie seulement des batteries est placéé
de facon a agir au dela des avant-postes et sur l'artilierie ennemie."