De Duitsche voorschriften achten bij de voorbereiding den artil- leriestrijd van het hóógste belang: ,,Vor allem ist die Entwicklung der feindlichen Artillerie unter voller Ausnutzung der Mesztrupp- und Luftbeobachtung kraftig unter sorgfaltig geleitetes Feuer zu nehmen" (F. u. G. punt 365) en „Weiter ist es Hauptaufgabe dei- Artillerie, den feindlichen Artillerieaufmarsch und die Bereitstel- lung der feindlichen Infanterie zu bekampfen" (A. V. A. punt 1963), ten slotte: „In der Verteidigung wird die Artillerie des Angreifers zunachst das wichtigste Ziel bilden" (A. V.A. punt 2015). Men zij echter voorzichtig vooral wanneer men weinig artillerie bezit om te veel eenheden als contra-artillerie te bezi gen daar men zoo min mogelijk kans mag loopen, dat de eigen batterijen voortijdig onder vuur worden genomen en tot zwijgen gebracht. Want zoodra de vijandelijke infanterie-aarival losbieekt, is de naderende infanterie met de haar begeleidende wapens hoofddoel van de verdedigingsartillerie. (I. P. art. 139; F. u. G. punt 365). Deze vuren kunnen soms met voordeel worden gecom bineerd met neutralisatie-vuur op de artillerie, zegt het Fransche voorschrift, terwijl F. u. G. meer uitdrukkelijk bepaalt, dat een deel der artillerie de vijandelijke batterijen moet blijven bestrijden. De majoor Merzari is het echter met de algemeen geldende meening niet eens. (i). Inderdaad acht hij op het moment van den aanval de vijandelijke infanterie het gevaarlijkste doel, maar zeet hij die infanterie wordt juist gedurende den aanval zoo krachtdadig door haar artillerie ondersteund. Verlamt men nu dit begeleidende vuur, dan verlamt men ook de aanvalskracht der infanterie en verschaft men aan de eigen mitrailleurs de gelegenheid, werkdadiger op te treden. Merzari is van meening, dat voor een aanvaller het mitrailleur- en niet het artillerievuur van den ver dediger de grootste hinderpaal uitmaakt en hij vindt, dat men daarom best wat artillerie missen kan, om het effect van die mitrail leurs te verhoogen, of m. a. w. acht hij het noodzakelijk, dat de artillerie ook gedurende den vijandelijken aanval doorgaat met artilleriebestrijding en wel met zóóveel batterijen, als ten minste noodig zijn om het vijandelijke artillerie vuur volkomen te neutia- liseeren. Met verwijzing naar de grondbeginselen, die ik aan het begin van mijn opstel aangaf, geloof ik, dat met deze zienswijze de dingen op hun kop worden gezet. Merzari verliest m. uit het oo^, dat het in de verdediging hoofdzaak is, de infanterie tot staan te brengen en dat men daarom beter doet, de eigen artillerie hieraan rechtstreeks dan indirect te laten medewerken. Juister acht ik in deze het standpunt van Pouleur, die de wijze van handelen afhan kelijk stelt van de hoeveelheid artillerie, het terrein en de bewa pening. Is er bij den verdediger geen sprake van een groote min- 537 Zie het meergenoemde artikel van Pouleur in B.B.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 65