de laatste laren van den wereldoorlog rekende men daartoe op minstens 1 eigen batterij tegen elke vijandelijke batterij terwijl men het voolts nog gewenscht achtte, enkele batterijen als z. g. Lauerbatterien" tegen nog onbekende of plotseling optredende vijandelijke artillerie achter te houden. Wegens gebrek aan geschut wees men gedurende den oorlog hiervoor geen speciale batterijen aan maa/werd deze taak opgedragen aan artillerie, die tegen infa'nterie-doelen optrad en waarvoor een onderbreking van he. vuur was toegestaan. Terwijl punt 2014 A. V. A. aangeeft, dat het eerste hoofddoel voor het overgroote deel der eigen artillerie, de verdedigingsaitil- lerie is leest men in punt 344 van F. u. G., dat het artillene-vuur zich dikwijls allereerst tegen de vijandelijke artilleiie lichten za Daarna wordt dan het vuur, zoo sterk mogelijk geconcentreerd op de hoofdweerstandslijn van den vijand overgebracht. Moet fnenn een verschil worden gezien met den bewegingsoorlog, waarbij de vijandelijke artillerie steeds het eerste doel van de bestrijding ut - maakt"? M. i. is de redactie van F. u. G. een gevolg van het tei dat bij de laatste aanvallen op het Westfront (Chemin des Datnes 07 Mei 1918) eerst een algemeene vuuroveival plaats had op iKc vLndeli ke steïinggedeelte waarbij alleen de Aka-battenjen als contra-artillerie optraden. Na dezen korten vuuroverval (bij Chemin des Dames 10 minuten), kwam dan de periode van den verstelkten artilleriestrijd (65 minuten), waaraan ook de Ika-batterijen (ïnfan- tenebekampfungsgruppen) deelnamen. Men rekende gedurende deze versterkte bestrijding dan op minstens 3 eigen batterije.. tegenover één vijandelijke. Vervolgens zette wederom alleen dc Aka de artilleriebestrij ding volgens het tevoren opgemaakte vuiu- plan voort. Bij het begin van den infanterie-aanval wordt in den regel het vuur van alle'ter beschikking staande batterijen voor den vuurwals gebruikt (F u. G. blz. 184). Dat wil echter geenszins zeggen, dat dan de artillerie-bestrijding geheel wordt Iosgclatc"- des Dames bleven de doelen voor de Aka dan ooc m de eersi nlaats de vijandelijke batterijen, naderhand indien de artillerie voldoende geneutraliseerd bleek konden zij aan den vuurw aaVoortsn' schrijft punt 1948 A. V. A. uitdrukkelijk voor. „Die Artilleriebekampfung und die Störung der Kampftatigkeit des Feindes dürfen auch nach gelungenem Einbruch kernen blick nachlassen", waarbij naarmate de aanval vooitschr jdt v. «er achterwaarts opgistetcle of nieuw optrede,vgndel^,ke batterijen moeten worden neergehouden (F.u. G. punt 348). - dit te verwezenlijken, zal het daarom dikwerf voöjdeebg zijn dc contra-artillerie zoo ver mogelijk naar voren op te stellen, ten eind. 540 Zie Georg Bruchmüller „Die deutsche Artillerie in den Durchbruch- schlachten des Weltkrieges" blz. 14.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 68