in staat te zijn, zonder verplaatsingen het grootste deel van de vijandelijke artillerie met vuur te kunnen bereiken. (F. u. G. punt 340). Willen dus de Duitsche voorschriften, wat den stellingoorlog betreft, in het algemeen een stelselmatige voorbereiding (punt 1930 A. V. A. waarschuwt ook nog tegen een overhaaste en ondoelmatig verkorte voorbereiding) aan den anderen kant leggen zij ook wel den nadruk op het element verrassing. „Nichts darf versaümt wer den, urn die Vorbereitungen der feindlichen Erkundung zu entziehen und den Gegner zu überraschen." (A. V. A. punt 1930; zie ook F. u. G. punt 336). Zoo zal ook de doelopsporing met behulp van meettroepen, vliegtuigen en ballons niet de aandacht van den ver dediger mogen trekken. (A. V. A. punt 1932). De opmarsch van de groote massa's artillerie-versterking moet m. h. o. op de ver rassing snel geschieden, en eerst in de laatste nachten voor den aanval wordt deze artillerie in stelling gebracht. Ook dient het inschieten vóór den aanval zoo mogelijk achterwege te blijven (F. u. G. punt 340). De verrassing wil men dus blijkbaar in Duitschland verwezenlijkt zien, méér door het geheimhouden van de voorbereidingen en de te treffen maatregelen dan door het bekorten van de artillerie beschietingen. Waar de Fransche reglementen ten deze geen be paald verschil maken tusschen bewegings- en stellingoorlog, acht ik in dit opzicht het Duitsche standpunt het juiste; liever gezegd komen in de Duitsche reglementen de leidende beginselen helderder en zuiverder naar voren. Bij de in den stellingoorlog dooigaans zeer sterk georganiseerde stellingen, bij de ontzaglijk groote artilleriemassa's en de volmaakte bekendheid met het terrein, is er immers van een verrassing in den zin van een bewegingsoorlog (snel offensief optreden) geen sprake meer. Een stelselmatige, tot in détails uitgewerkte, voorbereiding blijft vrijwel altijd noodza kelijk; improvisaties zijn tot mislukking gedoemd (i). Daarbij behoeft men niet in het uiterste, in schematische staiheid, te ver vallen. Ik moge in dit verband den bekenden Duitschen artillerist Bruchmüller citeeren, die schrijvende over de herhaalde wijzi gingen, welke fn de artilleristische voorbereidingen werden aan gebracht zoo juist opmerkt: „An und fiir sich waren Aenderungen schon deshalb erforderlich, um den Gegner bei jedem Angriff durch neue artilleristische Masznahnren zu überraschen. Die Anwendung eines starren Systems ware durchaus unangebracht gewesen. Art, Zeitdauer, Taggeszeit des Wirkungsschieszens muszten bei den Angriffen im Verlauf des Krieges standigem Wechsel unterliegen." 541 I1) Afwijkingen van het plan o.a. wat de doelverdeeling betreft, zijn uiterst moeilijk of niet mogelijk, vooral waar door de dichtheid van het vuur waar neming vrijwel is uitgesloten (A.V.A. punt 2014).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 69