bestrijden der vijandelijke batterijen; ook na het begin van den aanval mag deze strijd niet geheel worden verwaarloosd, waarbij een te juister tijd ingezette verrassing veel succes kan hebben. Wat ik mij dan echter niet begrijpen kan, is, waarom m die geva - len (vrij veel artillerie) de artilleriebestnjding gelijk bij den aanval niet onder eenhoofdige leiding gesteld wordt. Zeer zekei acht ik verkeerd, wat punt 1976 A. V. A. aangeeft: „Die femdlicie Artillerie niederzuhalten isteine Hauptaufgabe dei Aiti - lerie". Van de geheele divisie-artillerie dus eveneens?, terwijl toch als beginsel behoort te blijven bestaan, dat men deze met te vroegtijdig aan ernstige verliezen blootstelt (zie o. a. de Nech Gevechtshandleiding blz. 105). Of dit punt van A. V. A werkelijk de bedoeling der Duitschers weergeeft, mag m. 1. worden betwijfeld, waar n. 1. F u. G. in punt 391 duidelijk zegt: „Die jür den Feuer- schutz nicht benötigten Batterien lösen die sonstigen Aufgaben dei Artillerie. Sie bezwecken die dauernde Schadigung des Gegners, vor allem seiner Artillerie' De batterijen worden voor een groot deel voor de eigenlijke ïn- fanterie-batterijen in steeds wisselende stellingen gebracht. Op de ze bewegelijkheid dringen zoowel F. u. G. (punt 393) als A. v. a. (punt 1966) ten zeerste aan ('s nachts verplaatsen, na afloop van het vuur weer onmiddellijk van stelling veranderen, verschillende stellingen voorbereiden) om zoo min mogelijk kans te loopen, dooi den vijand te worden ontdekt. D. Organisatie en bevelvoering. T. a. v. de organisatie in Duitschland dient men zich wel reken schap te geven van het volgende verschil: le. De organisatie, zooals die thans bestaat in het deutsche Reichsheer, met een divisie-artillerie sterk 1 regiment a 3 afdee- lingen van 2 batterijen veld en 1 batterij lichte veldhouwitsers. 2e. Een organisatie, welke zij zich denken bij moderne legers, met een divisie-artillerie, bestaande uit: 1 regiment a 3 afd. a 2 batt. veld- en 1 batt. lichte veldhouw. 1 regiment van 1 afd. a 3 batt. zware veldhouw. 1 afd. a 2 batt. 10 c. M. Kan. en 1 batt. mor tieren. 1 afd. a 3 batt. lichte veldhouw. Het Reichsheer bezit geen korpsartillerie; volgens A. V. A. (punt 1806) kan de comdt. van een legerkorps (-groep) dan slechts een bijzondere artilleriereserve vormen uit deelen van de divisie- artillerie. Bij de onder 2e genoemde organisatie, waar de korps- artillerie bestaat uit geschut van zwaarder kaliber, kan de legei- korps (-groeps) cdt. de divisies versterken met artilleiie van het korps bij uitzondering met die van andere divisies of wel hij kan deelen van de eigen artillerie ter beschikking houden (A. V. A. punt 1820). 543

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 71