Toch volet m. i. ook hieruit benevens uit de samenstelling
divisie-artillerie (10 c. M. geschut, mortieren, zware veldhouw.)
dat de Duitschers zich in hoofdzaak een gedecentrahseei de bevel
voering der artillerie denken. Ik wees er dan ook reeds eerder p,
dat (behalve bij den aanval in den stellingoorlog) de aitillerie-
bestrijding tot de taak van de divisie behoort (Fernkampfgruppen;.
Een gedeeltelijke (aanvankelijke) centrahsatieisdaarbtjmeg
uitgesloten A. V. A. geeft immers in punt 1821 aan, dat zien dij
den Cdt. van een legerkorps hoogere artillerie-staven bev.ndem
die o.a. tot taak hebben, het gebruik der niet organiek tot de
divisies behoorende artillerie te regelen, waartoe ™k ^hooH de
artillerie-bestr ij ding, de verkenmngs- en waainemin&sdie
.Bevelsbevoegdheid hebben deze staven echter met.
Decentralisatie staat dus wel scherp op den voorgrond. En alhoe
wel dit in vele omstandigheden van het gevecht noodzakelijk
zal ben ik toch van meening, dat aan de artillerie bestrijdi
zéker in den aanvang een centralisatie ten grondslag moet liggen.
M i is dan ook de Fransche organisatie ten deze juister; z,j biedt
in he? algemeen ruimer mogelijkheden en stelt tot een soepele,
gebruik in staat.
Men kan en mag in algemeenen zin de artillerie-bestrijding
reeds van te voren beperken tot het front van een divisie. In de
bestrijding der artillerie-doelen, die zich over de gehee e uitge
strektheid van een front zullen voordoen, dient principieel eenheid
te worden betracht. De mogelijkheid moet zelfs ondei dej°°g
worden gezien, dat de bestrijding over een nog bieeder ^nt dan
van het Temmkorps plaats heeft (zie hierboven onder A.) Hiervan
uitgaande moet men zich echter de mogelijkheid verschaffen om -
soeciaal in den bewegingsoorlog - snel tot decentralisatie ovei
te oaan Deze mogelijkheid heeft men inderdaad in Frankrijk g<~
schïpen dom aan" te geven, dat artillerie van het Korps ook aan
de divisies kan worden toebedeeld. Dit wordt te meer nood g
naarniatè het gevecht (de aanval) verder voortschrijdt De divisie,
moéten dan over middelen beschikken, om in hun vakkenz^tan
S en snel (nieuwe) artilleriedoelen te kunnen bestrijden Met
een zoover mogelijk vooruitschuiven van de korps-artillerie komt
men er niet: aanvragen om artilleriebestrijding aan den Cdt. van
het legerkorps zouden veel te lang duren (verbindingen!) Het is
daarom ook zaak, dat de korps-artillerie - althans voor £en dee
voldoet aan behoorlijke eischen van bewegelijkheid^De Fransch
105 L met een marschvaardig gewicht van 2650 K. G. kan geaent
worden Tan deze eischen te voldoen. Culmannzegt er van in pi
bekend werk: „Grace a son poids modere, inferieur a tonn
il est capable de suivre l'infanterie dans tous ses deplacement
5.44
iDe Fransche div. art. telt 2 afd. van 155 C. en 3 afd. van 75 m.M., de
korps-art. bestaat uit 2 afd. 105 L. en 2 afd. 1d5.