Ik gaf hierboven reeds aan, dat ik het niet de Duitsche organi satie der contra-artillerie in de verdediging (zie onder C.) niet eens ben. Een centralisatie der artillerie-bestrij ding biedt immers ook hier het voordeel, dat in de geheele wijze van bestrijding meer een heid kan worden gebracht. De Duitschers streven er wel naar, dit te verwezenlijken, n. 1. door de artillerie-doelen in groepen te ver- deelen, waarvan de bestrijding aan de divisies wordt toegewezen, (welke verdeeling volgens" het voorschrift zeer zorgvuldig en doel matig moet geschieden!) Is dit echter wel uitvoerbaar? Men moet dan toch over een ongeloofelijk stelsel van zijwaartsche verbindin gen beschikken. En wat te doen, als een nog niet opgespoorde vijandelijke batterij aan een bepaalde divisie uiterst veel last ver oorzaakt? Wie moet dan dit doel opsporen, wie het bestrijden? N. a. van het bovenstaande is 't wel duidelijk, dat ook de bijzon dere organen voor de artillerieverkenning en de waarneming (vliegtuigen, ballons, licht- en geluidmeetdienst) gecentraliseerd behooren te zijn, op gelijke wijze als de artillerie zélf. Ook hier bij zij dus een snelle decentralisatie mogelijk, m. a. w. een soepele organisatie, die zeer mobiele onderdeelen bevat, welke z. n. snel naar voren kunnen worden geschoven. GEBEZIGDE AFKORTINGEN. I. P. Instruction Provisoire du 6 Octobere 1921 sur l'emploi tactique des Grandes Unités. S. C. A. Instruction Provisoire sur le service en campagne de l'arjjllerie. F. u. G. Führung und Gefecht der verbundenen Waffen. A. V. A. Ausbildungsvorschrift fiir die Artillerie. Heft 18. Die Kampfschule. F. S. R. Field Service Regulations. Volume II. Operations. 545

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 73