6. HET KADERVRAAGSTUK BIJ DE INFANTERIE. door A. HAMMING. In het jongst verschenen I. M. T.-nummer geeft de heer H.van Altena een beschouwing over „Het Instituut der ^an^volepM I tairen" waarbij schrijver o.a. met het volgende besluit„De on dervinding heeft mij geleerd, dat het gehalte der vrijwilligers, voor opleiding tot kaderbetrekkingen, zelfs bi] die kleine aan tallen die thans naar de Kaderscholen worden gezonden, met zoo belangrijk beter is, dat er ook maar eenige kans b«»taat dat deze aantallen noemenswaard kunnen worden uitgebreid. Deze bewering nu zou ik niet gaarne onderschrijven en zeker niet voor wat betreft de Europeesche vrijwilligers, die, als gevolg van de Legeruitbreiding worden uitgezonden. Voor hen, die bij het le Depot Bataljon zijn ingedeeld, is het immers geen geheim, dat de uitgezondenen den laatsten tijd voor een groot gedeelte zijn van een goed „merkje Eenige jaren geleden diende ik eveneens bij een Europeanen-Compagnie van het le Depot Bataljon en het verschil in gehalte tusschen de recruten van toen en die van thans vind ik zeer groot. En daarbij denk ik niet zoo zeer aan de enkelen, die thans uitkomen met H B S.- Gymnasiaal-, dan wel Mulo-onderwijs als aanbeveling, maar ik'bedoel meer in het bijzonder het verschil in peil tusschen den doorsnee recruut van toen en van nu. Een zeer groo ge e van hen bestaat tegenwoordig uit vertegenwoordigers van den kleinen middenstand, nette jongens, die door het groote verschil in Nederland tusschen vraag en aanbod op vr W'mln tóchte tUnk peen kans gezien hebben om aan den slag te komen, toch te mme fijn om dan maar ten koste van de groote Maatschappij te gaan leven en nu dienst hebben genomen bij ons Leger, om te trachten 7ich hier een goede positie te veroveren. Het lijkt mij een groot Legerbelang om hen daarbij een wei niu te helpen want er zit zeer veel „Kader-materiaal onder. We moeten niet vergeten, dat deze rnenschen voor het over- groote deel reeds jaren geleden de Nederlandsche scholen hebben verlaten om een positie te verwerven in de Maatschappijbij het uitoefenen vatf een vak dan wel andere werkkring werd hun met gevraagd om een dictee te schrijven, rekensommetjes op te lotss:tt (metrieke stelsel, lengte-, vlakte-en anderematen enz.) dan wel hun kennis in de Maleische taal te toonen. In gemoede, 546

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 74