moeten die menschen de Maleische taal leeren? En hebben ze vroeger op de Nederlandsche school de Indische vlakte- en andere maten en de gewichten geleerd? Maar zelfs, al zouden ze dat op school hebben geleerd, is het niet zeer normaal dat die kennis in de „practijk" jaren na het verlaten der school zoo met geheel, dan toch voor een gedéélte is verloren gegaan? Ik voor mij ben er absoluut van overtuigd, dat dit en dit alleen de reden is, dat er in het algemeen zoo weinig kader uit de Europeesche compagnieën naar boven komt. Of ik dan de noodige en vereischte schoolkennis voor ons Europeesch kader zou willen laten vervallen? In geenen deele. Er is een andere uitweg, die ik straks hoop aan te geven. Eerst evenwel nog dit. Als ik goed ben ingelicht (en op het Hoofdbureau der Infan terie is zulks al zeer eenvoudig te controleeren en zelfs voor het geheele Leger en voor tal van jaren na te gaan) dan hebben aan het enkele dagen geleden afgenomen examen tot toelating tot de Kaderschool van het 15e Bataljon Infanterie te Bandoeng alleen reeds deelgenomen 32 fuseliers. Dat zijn dus van een compagnie niet minder dan 32 fuseliers, die door hun korps- en compagnies commandant op grond van bewezen militaire diensten geschikt worden geacht om in aanmerking te komen voor opleiding tot brigadier. En nu het resultaat van dit examen? Nogmaals. „Als ik goed ben ingelicht" meer dan droevig! Slechts een zeer gering per centage mocht achter den naam in het betrekkelijk Verbaal zien prijken als advies van de Examen-commissie „Toelaten Urn- dat de beoordeelde vakkennis te wenschen overliet? Neen, dat is misschien het geval bij een enkeling. Het overgroote deel schoot te kort in de reeds eerder aangegeven „schoolsche kennis". Zou het nu niet in het belang zijn van het Leger èn betrok kenen om deze afgewezenen nu niet los te laten tot het volgende examen, maar te trachten hun de vereischte kennis bij te brengen Mij dunkt de vraag stellen, is haar tevens beantwoorden. Zouden deze op grond van gepresteerde militaire diensten, door hun troepencommandanten voor opleiding tot kader geschikt geoordeelde^ fuseliers later minder bruikbaar brigadier (sergeant) zijn, omdat zij thans een weinig te kort schoten in kennis der hun vreemde Maleische taal, dan wel omdat thans bij het examen bleek, dat van de vroeger (eenige jaren geleden) op school ver gaarde kennis de fijne puntjes bleken te zijn afgesleten? Neen, immers. Toch zullen ze die kennis weer moeten zien te bemachtigen zoowel in den brigadiers-, maar vooral in den sergeantsrang kan die moeilijk^worden gemist. 547

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 75