127(1); te bekommeren om onderdeelen van den vijand welke nog 107(5); stand houden en dat het de taak is van volgende afdee- 101 (3); üngen om door flankaanvallen deze te doen vallen, terwijl het 92 (l). aangeven van de algemeene kompasrichting noodzakelijk is. B. Verdediger. I.M.T. Bij de verdediger komt de flankeering met vuur 1927 tot uiting in het streven naar eene flankeerende opstelling blz.750.van de automatische wapens (c.q. tevens kruisvuur) gepaard gaande aan een krachtig frontaal vuur; het vuur moet steeds verrassend worden geopend, terwijl de flankeerend vuur afgevende wapens als regel tegen frontale aanvallen moeten worden beschermd. Als algemeene beginselen gelden: G.V.I. Naar een groot schootsveld behoeft niet te worden ge- 173. streefd; een open strook van enkele honderden meters kan, indien op oordeelkundige wijze van de ge legenheid tot flankeeren wordt gebruik gemaakt, reeds voldoende zijn om 's vijands aanval met vuur te breken. 175. De automatische wapens worden bij voorkeur zoo opge- A.T. V. steld, dat zij flankeerend kunnen vuren en in front 151 (4). worden beschermd door ruim van handgranaten voor ziene geweerschutters; de mitrailleurs zullen hun taak om 's vijands aanval met vuur te breken het langst kunnen ver vullen, indien zij domineerend of f 1 a n k e e r e n d zijn opge steld. Verder geldt: G.V.I. Voor de b ri gad e: Wanneer de geweermitrailleur fl an- 192 (2). keerend vuur moet afgeven, hetgeen regel zal zijn, moet de brigadecommandant zorgen, dat het wapen met zijne bediening in front behoorlijk gedekt is tegen vuur en tegen verrassende aanvallen, waartoe wordt gebruik gemaakt van terreindekkingen en van bij de geweer- mitrailleurgroep ingedeelde geweerschutters. 194(1). De brigadecommandant zal, indien er tijd beschikbaar is, ook dekkingen laten aanleggen in den rug der brigade, opdat achterwaarts geplaatste mitrailleurs of geweermi trailleur de brigade zonder gevaar kunnen flankeeren. 202 (2). Voor de sectie: De sectiecommandant zorgt de brigades zoodanig op te stellen, dat zij elkander kunnen flankee- 205 (2). ren en regelt met de commandanten van de nevensectiën de keuze van de vuurstrooken der geweermitrailleurs in dier voege dat die vuurstrooken elkander zooveel mo- gelijk kruisen. 206 (l). Bij de voorbereiding van het vuur zijner sectie houdt hij rekening met het vuur van de mitrailleurs, welke aan- 479

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 7