557 Revue Militaire Suisse '27 No. 12 en '28 No 1, 2 en 3. In het Dec. nummer opent een gezaghebbend schr., de generaal Rouquerol, een debat over de organisatie van de infanterie-compagnie „La compagnie d'infanterie" Schr. stelt de karakteristieke eigenschappen van geweer, g. m. en mitr op den voorgrond; beschouwt de invloed ervan op de organisatie en verklaart zich een tegenstander van de gemengde groep. Schr. verkiest een organisatie van de automatische wapenen in een sectie per compagnie. In het Jan. nummer wordt op dit artikel commentaar geleverd door Masson, die in zijn opstel Ja compagnie d'infanterieeen vluchtig overzicht geeft van de Fransche literatuur op dit gebied. Schr. belooft in een volgende studie het Zwitsersche standpunt te bespreken en eindigt voor ditmaal ongeveer als volgt: „We meenen te weten, dat een gedeeltelijke wijziging in de organisatie van de Fransche sectie officieel in studie genomen is en wel met het doel om de verschillende wapenen beter tot hun recht te doen komen." Luit. Naef geeft in No. 12 een beschouwing over het jachtvliegtuig en be schrijft daarin het Zwitsersche- en 2 Nederlandsche typen. Het jaar 1928 schijnt voor de Zwitsersche militaire luchtvaart een belangrijk jaar te kunnen worden. In verband hiermede levert 1. g. schr. in No. 2 van '28 een beschou wing over Je materiel de Variation militaire", (hetzelfde artikel komt voor in het hierna te noemen no. 3 van de A.S. M.) Luit. colonel Combe schrijft in de nos. 1 en 2 een artikel „dn commandement" en levert daarin commen taar op de op de bevelvoering betrekking hebbende punten uit het Zwitser sche gevechtsvoorschrift. Schr. geeft beschouwingen over den commandant, over het nemen en bekendstellen van het besluit, bespreekt het bevel (bevel en instructie) en geeft zijn denkbeelden over de plaats van den commando post. De kolonel wijst er o. a. op dat het thans voor een commandant op het gevechtsveld niet voldoende is om moedig, kalm, flink, opofferingsgezind en verstandig te zijn, daarnaast is wetenschap en bedrevenheid onmisbaar. Ook vestigt de schr. de aandacht op de vier factoren, welke het besluit beïnvloeden n. 1. gegevens omtrent den tegenstander, de toestand van eigen troepen, de eigen taak en het terrein. Hiervan zijn de gegevens omtrent den tegenstander niet de meest belang rijke maar men mag ze nimmer verwaarloozen, dikwijls is deze factor, vooral voor kleinere eenheden wel van overwegenden invloed. Voorts wordt gewaar schuwd tegen veelvuldig veranderen van commandopostzorg dat berichten U steeds snel kunnen bereiken, zegt de schr. In No. 2 bespreekt de kolonel de werkverdeeling bij stavende onmisbaarheid van initiatief bij onderbevel hebbers en de wegen om dat initiatief aan te kweeken. Doe nimmer alles zelf, ook niet als ge het zelf vlugger en beter kunt dan uw ondergeschikten, neem er den tijd voor om hun door „doen" te laten Ieeren. Ook dit artikel is over genomen in A. S. M. No. 3. De lezing ervan wordt bijzonder aanbevolen. Voorts bevat no. 2 van dit tijdschrift een bespreking van de groote Duitsche manoeuvres (een inf. div. tegen een cav. div.) Het ontbreken van een kaart erbij is een ernstig gemis. De chronique Francaise bevat bijzonderheden met betrekking tot de luchtstrijdkrachten (organisatie jacht- en bombardements- dienst). Het Maart-nummer bevat ten slotte een critische beschouwing over de rustbeveiliging volgens het Zwitsersche gevechtsvoorschrift. Ook zonder over het voorschrift te beschikken is het artikel lezenswaard. Het bevat ook voor ons vele punten ter overdenking, o.m. wordt het vraagpunt „al of niet artil lerie bij de voorposten" in beschouwing genomen. Volgens de Zwitsersche „Service de campagne," bestaan de voorposten als regel uitsluitend uit infan terie; verschillende punten wijzen er evenwel op, dat in sommige gevallen wel artillerie kan worden ingedeeld. Militarwissenschaftliche und technische Mitteilungen. Mrt.-April. Het nummer opent met een studie „Artillerieverwenduugin der 11 Isonzo-Schlacht", door Oberstleutnant Heinzel. Schr. nam aan dezen slag deel als commandant van een afdeeling artillerie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 85