mandant te doen aanleggen, of is zulks met het oog op het
beschikbaar houden van verbindingsmiddelen nog niet gewenscht,
dan voorziet hij in de verbinding door het vooruitschuiven van
een verbindingspost vooruitgeschoven verbindingspost) in de
voor de verbindingsas ontworpen richting en brengt de verbin
ding tot dezen post tot stand. De lagere commandant zorgt dan
voor de verdere verbinding tusschen den vooruitgeschoven ver
bindingspost en zijn eigen commandopost.
Bij het gebruik van één verbindingsas, kan de vooruitge
schoven verbindingspost dienst doen als aansluitingspost voor
meerdere naast lagere commandanten. Een vooruitgeschoven ver
bindingspost zal dikwijls als verzamelplaats voor berichten wor
den gebezigd.
7. Behalve de verbindingen tusschen hoogere en lagere com
mandanten, welke in hoofdzaak voor de bevelvoering dienen,
kunnen bovendien verbindingen naar nevenonderdeelen tot stand
worden gebracht. Deze dienen in de eerste plaats ten behoeve
van de onderlinge samenwerking en verder als reserve-verbinding
ingeval de rechtstreeksche verbindingen tusschen hoogere en
lagere commandanten gestoord of overbelast zijn. Zij komen in den
regel eerst tot stand, nadat de verbindingen tusschen hoogere en
lagere commandanten zijn geregeld. Iedere commandant zorgt,
tenzij anders wordt bevolen, voor den aanleg der verbinding naar
rechts. Dit ontheft echter niemand van de verplichting om ook
naar links de voeling te zoeken en te bewaren. Ter sparing van
het personeel van het lagere échelon, verdient het somtijds aan
beveling om deze verbindingen door het hoogere échelon ten
behoeve van het lagere échelon te doen aanleggen.
8. Een der voornaamste verbindingen in het gevecht is die
ten behoeve van de samenwerking tusschen de artillerie en de
infanterie. Deze verbinding dient niet alleen vroegtijdig tot stand
te komen, teneinde de artillerie in staat te stellen de infanterie
zoo spoedig mogelijk te steunen, maar dient bovendien met alle
beschikbare middelen, ook in de moeilijkste gevechtsmomenten
in stand te worden gehouden, daar de infanterie juist op die
tijdstippen den meesten steun behoeft.
De artillerie zorgt voor het tot stand komen en in stand houden
van deze verbinding. Dit ontheft echter de infanterie niet van de
verplichting om de artillerie daarbij naar vermogen bij te staan.
Met het oog op het groote belang van deze verbinding, zullen,
naar wij vernamen, de verbindingsafdeelingen van de Divisie en
het regiment Infanterie zoodanig worden georganiseerd, dat het
mogelijk is in de verbindingsassen, welke door de Divisie of het
regiment Infanterie worden aangelegd, zooveel mogelijk steeds
lijnen ter beschikking van de artillerie te kunnen stellen. De
artillerie behoeft dan veelal slechts korte aansluitingen naar de
meest nabij gelegen verbindingsposten van de verbindingsassen
tot stand te brengen, waardoor niet alleen spoedig eene
572