kunnen vallen, of door deze zou kunnen worden afgeluisterd, opgenomen of afgelezen, moet voor de verzending door het gebruik van geheimschrift, schuilnamen of code voor den vijand of on bevoegden onbegrijpelijk worden gemaakt. Het vercijferen en ontcijferen kost echter tijd en kan vertragend werken bij de overbrenging. Staat daarom groote spoed op den voorgrond, dan zal somtijds de vercijfering achterwege moeten blijven en het risico van het verloren gaan van de geheimhouding moeten worden aanvaard. Ter misleiding van den vijand kunnen somtijds gefingeerde berichten onvercijferd worden verzonden (b. v. per radio). Behalve de vercijfering kunnen nog andere maatregelen ter geheimhouding worden getroffen (het gebruik van dubbeldraads geleidingen bij telefoonverbindingen, het gebruik van tusschen- posten bij optische verbindingen, het veranderen van golflengte tijdens het seinen bij radioverbindingen, het dikwijls veranderen van oproepseinen en golflengten van de radiostations, van her- kenningsletters van de U-seinlapposten, van de beteekenis van vuurwerkseinen, enz). 13. Het op eigen gezag tot stand brengen van verbindingen buiten het algemeene verband is verboden. De hoogere comman dant moet immers in verband met latere voornemens eventueel over het nog bij de onderdeelen aanwezige personeel en materieel kunnen beschikken, terwijl het bovendien mogelijk is, dat door het eigenmachtig aanleggen van verbindingen te veel personeel en materieel aan de uitvoering van de normale taak wordt onttrokken. Daar het een en ander dus schadelijk kan werken, mogen erop eigen gezag geen verbindingen buiten het algemeene verband tot stand worden gebracht. 14. De beoordeeling van de waarde van een bericht, wat betreft geheimhouding en snelheid van overbrenging, berust in de eerste plaats bij den berichtgever. (De commandant of personeel van diens staf). Echter zal het bepalen van de wijze van verzending meestal en het bepalen of er geheimschrift zal worden toegepast somtijds aan het verbindingspersoneel moeten worden overgelaten. Hoewel de verantwoordelijkheid voor de verbindingen berust bij den commandant en door hem of namens hem ook het tot stand brengen van de verschillende verbindingen (c.q. de wijze van verbinding) wordt gelast, kan de commandant zelf toch veelal niet doorloopend op de hoogte zijn van den toestand van de tot stand gebrachte verbindingen (al of niet gestoord of over belast zijn van de telefoonlijnen, het aantal nog aanwezige ordon nansen, storingen bij het radioverkeer, enz.). Dit kan het beste beoordeeld worden door den commandant van den verbindings- post, welke de verschillende verbindingsmiddelen en verbindingen direct beheert. Hij is dus ook het beste in staat om uit te ma ken, welk(e) verbindingsmiddel(en) er in verband met de door 575

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 13