overbrengen van die resultaten bevordert en daarmede de beteekenis van die middelen verhoogt. Bij nog weinig opgehelderden toestand, dus voor alles bij den aanval in den bewegingsoorlog, zal de inzet van de mitrailleurs allereerst tot vuurbescherming dienen, d. w. z. bepaalde ruimten worden ter bewaking aangewezen. Later, of bij een volgens een bepaald plan opgezetten aanval, wanneer de toestand meer opgehelderd is, komt in de plaats van de vuurbescherming, de vuursteun, d. w. z. dan worden onderkende en bijzonder lastige vijandelijke doelen aan de mitrailleurs aangewezen. Door bepaalde opdrachten 119(2). te geven verdeelt de bataljonscommandant het vuur zijner mitrailleurs. Hij zal het nu eens over verschillende doelen verdeelen, dan eens tegen afzonderlijke, bijzonder gewichtige doelen concentreeren. De opstelling der mitrailleurs moet zoo zijn dat zij on middellijk het vuur kunnen openen wanneer het bataljon hun steun behoefthet mag niet voorkomen dat deelen van het bataljon onder mitrailleurvuur komen, zonder dat daartegen onmiddellijk de eigen mitrailleurs kunnen optreden. Op een bepaald oogenblik afgegeven vuurstooten, in overleg met de artillerie of (en) met nevencommandanten, kunnen in het bijzonder er voor dienen het bataljon het overwinnen van moeilijke terreindeelen of oogenblikken te vergemakkelijken (hindernissen, kali's, paggers, te voor schijn komen uit bedekt terrein, doorschrijden van open terreindeelen). De mitrailleurs vormen voor den bataljonscommandant een machtig middel om invloed op den strijd uit te oefenen. G. V. I. Hoe meer hij zich de beschikking daarover voorbehoudt 18 0)- de mitrailleurs vormen een deel van de hoofdvuurkracht der infanterie des te beter kan hij het verloop van het gevecht beïnvloeden, door b. v. een compagnie in een bepaalde strook te versterken (b. v. tegenover het zwakke punt van den vijand) zonder de eerste linie te dicht aan menschen te maken, door bestaande of ontstaande openingen tusschen de compagnieën of nevenbataljons af te sluiten, door flankeerend vuur voor een nevenbataljon te brengen, door indeeling bij een compagnie, welke een naar verhouding zeer breed front moet innemen, waardoor de compagnie toch krachtig kan aanvallen, door open terrein met mitrail leurs te bezetten, waardoor meer stootkracht elders be schikbaar blijft of wordt, enz. G.V.I. Tegen een schematische of te vroegtijdige verdeeling der 18(2). mitrailleurs over de compagnieën moet worden gewaar- I.M.T. schuwd. Hoe minder artillerie beschikbaar is, des te meer 1926. dUs het bataljon op eigen kracht is aangewezen, des te 578

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 16