ging om te schematiseeren wordt uitdrukkelijk gewaar
schuwd. De bataljonscommandant moet verder door zijne
maatregelen inzake de vuurleiding nu eens geconcentreer
de vuurstooten (vuuroverval) dan eens verdeeld verontrustend
vuur door den onverwachten inzet van mitrailleurs op an
dere punten, door misleidende vuurpauzen, enz. telkenmale
weder den tegenstander verrassen beoogt de bataljonscom
mandant een verrassende vuuropening, hetgeen regel zal zijn
119(2). of kunnen (b. v. bij een onduidelijken toestand) geen
bepaalde vuurdoelen van te voren worden aangewezen, dan
behoudt hij, dringende gevallen uitgezonderd, het aangeven
van het oogenblik van de vuuropening aan zich. Het is
evenwel noodig zulks uitdrukkelijk in het bataljonsbevel
mede te deelenhet aan zich houden van het oogenblik
van vuuropening in onze bedekte terreinen is zeer moeilijk
de ervaring leert dat in verband daarmede het tijdstip van
vuuropening meestal door de ondercommandanten wordt
bepaald.
De voornaamste invloed van den bataljonscommandant
op den vuurstrijd van zijn bataljon bestaat naast het leiden
en beïnvloeden van het vuur zijner mitrailleurs in de aan
wijzingen, welke hij geeft aan de ondersteunende artillerie.
Het benutten van de vuuruitwerking daarvan tot terrein-
winnen moet door de ondercommandanten geschieden
(compagnies-, sectiecommandanten). Zulks te doen slagen
(waar mogelijk tijdig mededeelen, enz.) is mede een be
langrijke taak van den bataljonscommandant want de bdste
vuurleiding heeft geen resultaat, wanneer het vuur niet
wordt benut voor de manoeuvre, voor het brengen van
de stootkracht aan den vijand.
SAMENWERKING MET DE ARTILLERIE.
G.V.l. Voor de samenwerking met de steunende artillerie
33(a). in den regel zal artillerie worden aangewezen om het
bataljon te steunen en komt deze dus niet onder het bevel
van den bataljonscommandant is het noodig diverse
afspraken te maken.
Om de ondersteuning zoo doeltreffend mogelijk te doen
zijn, moet de bataljonscommandant de artillerie in de eerste
plaats het gevechtsplan duidelijk mededeelen en verder de
noodige aanwijzingen geven, waartoe nauwe voeling noodig is
tusschen den bataljonscommandant en de steunende artillerie.
Van de zijde der artillerie berust de samenwerking op
de volgende beginselen
G.V. Artillerie, welke tot taak heeft aanvallende infanterie
Mob.A. rechtstreeks te steunen, moet goed bekend zijn met aan-
37. valsdoel en aanvalsstrook dier infanterie.
580