G.V.I. Wat betreft de samenwerking met 'de artillerie van de 14 (2), zijde der infanterie wordt er de aandacht op gevestigd, dat de oorlogservaring heeft geleerd, dat de infanterist meestal den tijd onderschat, welke de artillerie noodig heeft om gereed tot vuren te zijn (verkennen en bezetten van waarnemings- en meetposten, verbinding van deze met hare batterijen, doelverkenning, verbinding met de infanterie, enz.). Het is de plicht van elk infanterie-aanvoerder om zich eenigermate een denkbeeld van dien tijd te vormen. Waar het onmogelijk is om de infanterie-officieren allen gedurende een meer of minder langen tijd bij de artillerie te detacheeren, zou het wellicht aanbeveling verdienen om ter bepaling van de gedachten een zekeren tijdduur voor normale omstandig heden te vermelden, doch ook dit is niet gemakkelijk. Elk infanterie-aanvoerder, die door artillerie moet worden gesteund, zal goed doen bij de artillerie te vragen, wanneer of over hoeveel tijd het uitwerkingsvuur op bepaalde aanvalsdoelen zal kunnen geschieden, dan kan hij daarmede rekening houden. Omgekeerd moet de artillerie er zich van bewust zijn, dat de toestand dikwijls niet gedoogt, dat G.V. de infanterie kan wachten tot de artillerie, geheel en al Mob.A.overeenkomstig de nauwkeurigheidsregels, gereed is; de 21 (2). artillerie moet dan, zooals zoo dikwijls de infanterie ook G.V.l. moet doen, het gevecht aangaan, zonder dat te voren alle 14(3). wel gewenschte voorbereidingen getroffen zijn. G.V.l. Het geven van aanwijzingen door den bataljonscommandant 122. kan betrekking hebben op oogenblikkelijke vuurstooten, op doelverdeeling, enz. Het streven moet zijn, dat de artillerie haar vuur plaatselijk en oogenblikkelijk zoo afgeeft, dat zij het terreinwinnen van het bataljon steunt en dat het bataljon nu eens met de mitrailleurs het artillerievuur versterkt of aanvult, dan eens de door de artillerie gewaar borgde vuursteun zonder meer ten volle benut. VoorbeeldEen bataljon wil uit den rand van een bedekt terrein, gelegen op 1100 M. van een door den vijand bezette kampong tot de vermeestering daarvan overgaan; een afdeeling artillerie is tot steun aangewezen. Afspraak: Het te voorschijn komen van het bataljon uit het bedekte terrein zal geschieden onder bescherming van een vuurstoot. De vuurstoot wordt gezamenlijk door de artillerie en mitrailleurs afgegeven op de volgende wijze de artillerie concentreert haar vuur op den kampongrand zelf; de mitrailleurs bevuren het terrein voor de kampong, de in te ziene kampongweg en de zijranden. Zulks is dus een plaatselijke vuurverdeeling. Andere afspraak: Begin van den vuurstoot en het uitbreken van de infanterie öfom 11.30 v.m., öf op een tee- ken (mitrailleurstoot of artilleriesalvo, enz.). Deze oogen- 582

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 20