H9 (3).noodzaakt zijn het vuur van den vijand te beantwoorden; 131 (2)-als commandant wordt aangewezen de fourier van eender (3)-reserve-compagnieën. Aan dit depot wordt de nog in den G.T. aanwezige munitie afgegeven; z. n. beveelt de batal- (5)- jonscommandant, dat die wordt opgevoerd door manschap- (4)- pen van de bataljonsreserve. De ledige houders van de geweermitrailleurmunitie worden in het munitiedepot ge vuld. De bataljonscommandant gelast de verplaatsing van het munitiedepot, wanneer de afstand tot de munitieposten van de compagnieën te groot wordt. De ledige munitiekarren begeven zich naar de aanvul lingsplaats voor infanteriemunitie, welke plaats dus be- 131 (3), kend moet zijn gesteld en waar zij worden gevuld. Zij l42(i)ekeeren daarna terug. 125(2). Zeer lichtgewonden worden tewerkgesteld bij het muni tiedepot of den G. T. 131(6). Verder neemt de bataljonscommandant maatregelen dat de munitie van dooden en gewonden, voorzoover die munitie niet dadelijk door anderen wordt verbruikt, zooveel mogelijk bij het depot wordt ingeleverd. Aanbevolen wordt zulks tevens op te dragen aan de 125 (1). afdeeling, welke de achterblijvers van de eerste linie moet verzamelen (die daarna voorloopig worden ingedeeld 125(3). bij de bataljonsreserve) evenals de krijgsgevangenen, welke verder door manschappen van de bataljonsreserve naar de aangewezen verzamelplaatsen worden geleid. Die afdeeling, een soort politietroep dus, ter sterkte van 1 a 2 groepen, wordt genomen uit de bataljons reserve. Krijgsgevangenen worden ontwapendveldzak c. a.r kookgereedschap, verplegingsmiddelen blijven in hun bezit. De krijgsgevangen officieren worden steeds van de man schappen gescheiden gehouden; zij zijn ondergeschikt aart de hen bewakende soldaten. BEPAKKING. Wordt met het oog op den toestand van de troepen of de terreinsgesteldheid het medevoeren van den veldzak te zwaar of te lastig, dan moet deze op last van den bataljonscommandant worden achtergelaten en later, wan neer daartoe gunstige gelegenheden zich voordoen, worden opgehaald (meestal) of opgevoerd. STORMEN, BINNEN- EN DOORDRINGEN, VERVOLGING. Zie ook Zijn de voorste afdeelingen den vijand zoo dicht gena- I. M. T. derd, dat het vuur der steunende artillerie gevaarlijk voor 584

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 22