aan te wakkeren steeds moet hij er voor zorgen, dat de aanval in de juiste richting voortgang heeft, c. q. door omgroepeering zijner mitrailleurs. Zulke, in zekeren zin den stormaanvallen voorbereiden de, maatregelen moeten reeds te voren tijdens den vuur- strijd worden genomen. Bij het nemen van maatregelen tot verlegging van het 126(2) vuur der mitrailleurs moet de bataljonscommandant waken (3). tegen eene te vroegtijdige verlegging daarvan, aangezien daardoor de eerste linie des vijands gelegenheid heeft zich te herstellen en zich in volle kracht tegen de aanvallende infanterie te richten (men denke hierbij ook aan de onge deerd gebleven mitrailleuropstellingen en de oorzaken van de call der infanterie naar infanteriegeschut) terwijl, indien het mogelijk is de terreinwinnende infanterie-afdee- lingen te blijven steunen tot op de laatste oogenblikken voor den stormaanval uit een opstelling op niet grooter afstand dan 700 a 800 M. van den vijand gelegen, niet van stelling mag worden veranderd uitsluitend met het doel om den afstand te verkleinen (daar voor moeten dus andere redenen aanwezig zijn). Zoodra de bataljonscommandant meent, hetzij door eigen waarneming, hetzij door berichten of afgesproken teekens, dat er stormaanvallen (zullen) plaats hebben, is het voor hem de kunst het vuur van zooveel mogelijk mitrailleurs dadelijk en zoo snel mogelijk te doen strekken tot steun 162,161. van de stormaanvallen nml. voorbereiding met vuur, steun met vuur, zonder echter de echelonneering der mitrailleurs in de diepte, welke bij den aanval moet worden toegepast, op te geven. Hierbij kan het noodig zijn mitrailleurs tot in de vuur linie te doen oprukken, wanneer zij op geen andere wijze den stormaanval kunnen steunen, met aanvaarding dus van het daaraan verbonden nadeel dat de neventroepen lijden onder het op de mitrailleurs afgegeven vuur van infante riegeschut, mijnwerpers, e. d. Wellicht kan de bataljonscommandant bijdragen tot het slagen van de stormaanvallen door op de achter de „zwakke 72(i)(2).punten" gelegen gedeelten van 's vijands stelling artillerie- 91(2). vuur te doen brengen, waardoor diens tegenstooten, diens kruisvuur worden belet of belemmerd. De bataljonscommandant moet er niet geheel op ver trouwen, dat de mitrailleurs (c. q. de artillerie) hetzelfde zien als hij ziet en uit eigen beweging den vereischten steun met vuur, c. q. gepaard gaande met verlegging daar van, zullen geven, hoewel deze wapens daartoe uiteraard verplicht zijn en in dien geest moeten zijn opgeleid. Hij moet er op bedacht zijn om voortdurend leiding te geven, 586

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 24