dat de doordringende troepen voelen dat zij niet in den steek worden gelaten. Doet de vijand een tegenstoot dan zullen de voorste 129, troepen dezen naar gelang van omstandigheden door vuur 48,164. (gevolgd) (of) door een bajonetaanval tegengaan en het veroverde terrein hardnekkig verdedigen, waarbij de mi trailleurs den meest mogelijken steun moeten verleenen heeft de vijand succes op enkele punten, dan mag dit geen reden zijn voor afdeelingen, welke stand kunnen houden, om terug te gaan; zij klampen zich vast aan den bodem. Ook hier is het van grootbelang, dat de stand houdende troepen bemerken dat zij worden gesteund en niet in den steek gelaten. Gedurende het stormen, binnen- en doordringen moet 46 (4). de bataljonscommandant bijzondere aandacht besteden aan 146,145. het handhaven van de juiste aanvalsrichting en de ver binding met den regimentscommandant en de artillerie; deze moeten voortdurend in kennis worden gesteld met het optreden en de vorderingen van de eigen infanterie en van mogelijke tegenstooten, niet alleen om zelf te kunnen 91 (5). steunen, maar ook om de mogelijkheid te scheppen zulks van hoogerhand te doen geschieden (artillerie, vliegtuigen). Of afdeelingen van de bataljonsreserve moeten uitzwenken tot het vernietigen van vijandelijke afdeelingen, welke hebben I27 stand gehouden in nevenstrooken dan wel of zulks, c. q. het nemen van weerstandskernen in de eigen strook, 147 moet worden overgelaten aan andere troepen (b. v. de regi mentsreserves) hangt af van toestand en terrein. Steeds moet worden gestreefd naar een doorbraak door de geheele diepte van de stelling. Ook moet voortdurend worden verkend en beveiligd hoe moeilijk zulks ook is (mogelijkheid tot verrassing, omvatting, omtrekking, beveiliging tegen vijandelijke flankaanvallen, flankeerend vuur, tegenstooten). De strijd bij het doordringen eischt van den bataljons commandant vlotte besluitvaardigheid en een voortreffelijk inzicht in den (vooral tactischen) toestand en in het terreindikwijls zal die strijd het karakter krijgen van afzonderlijke gevechtendikwijls zal hij ter plaatse zijn opdrachten geven b. v.maak je meester van „die" hoogte, „dat" bamboebosch bescherm van „hier" de rechterflank van „die" „daar" voorwaarts gaande compagnie zijn op treden is van beslissende beteekenis. Zijn plaats moet dus ver naar voren zijn, daar waar wordt gevochten hij moet er naar streven het alsdan eigenlijke gevechtsveld te kunnen gadeslaanalleen dan 588

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 26