gen, welke een reactie van den vijand tengevolge zouden kunnen hebben. Ook de posten en patrouilles moeten zooveel mogelijk vermijden door onnoodig vuren de rust te verstoren. De G.v.l. wachten zullen dan ook als regel blijven op de bereikte 96. plaats, deze ter verdediging inrichten (de aandacht wordt R.\. 262 gevestigd op de zoo practische draadrollen) en niet verder (2)(3).voorwaarts worden opgesteld; ook hier wordt de veilig- A.T.V. heid beter gewaarborgd door onafgebroken waarneming 70(1 )c (beluisteren) van den vijand door posten en staande patrouilles dan door aanhoudende patrouilleering. De patrouilles kunnen in den nacht niet het geheele terrein afzoeken en zullen zich dan ook bepalen tot een verkenning van die punten, welke de vijand zeker zou be zetten, indien hij zich nog in de nabijheid bevond. Vindt eene patrouille door den vijand te voren bezette punten verlaten, dan wordt, nadat daarvan bericht is gezonden, de verkenning voortgezet, waarbij niet geschroomd mag worden tot (diep) in 's vijands stelling door te sluipen van groot belang worden dan de berichten. Het bericht dat de vijand niet meer op zijn vroegere 148. plaats is en de andere berichten worden met spoed door gegeven, zoowel aan de hiërarchieke commandanten als aan de commandanten van nevenafdeelingen deze doen nagaan of ook in hun front de vijand is verdwenen (verdwijnt). Is zulks dan ook het geval, dan zal het van omstandigheden afhangen of de hoogere leiding daarin een reden ziet om tot onmiddellijke vervolging over te gaan of niet. In afwachting daarvan nemen de bataljonscommandanten reeds maatregelen om de vervolging onmiddellijk na ontvangst van het bevel in te kunnen zetten, ten einde te voorkomen, dat de vijand een te groote voorsprong krijgt. Blijkt bij de voortgezette verkenning dat de vijand zich op korten afstand opnieuw heeft vastgezet, dan worden de posten en patrouilles weder vooruitgeschoven tot aan den vijand, voorzoover deze zulks niet reeds uit eigen bewe ging hebben gedaan. Overigens gelden voor wachten, posten en patrouilles A.T.V. de algemeene gedragsregels uit het A.T.V. met weglating 111. C. c. q. toepassing op de wachtcommandanten of de betrok- b, c, d. ken compagniescommandanten in de voorste linie van hetgeen betrekking heeft op een voorpostendetachement. In gelijken zin als voren worden gevechtsvoorposten gebezigd wanneer de aanval tot stand is gekomen, dan wel wanneer tijdens den aanval tot de verdediging moet worden overgegaan in het laatste geval zal het afhangen van de keuze van de voorste verdedigingslijn (in de be reikte lijn dan wel achterwaarts) of de zone der gevechts- 593

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 31