Gezocht werd naar een N. R. zonder blikverpakking, verpakt in licht, stevig, waterdicht verpakkingsmateriaal, zoodat het rantsoen gemakkelijk in veld- of broodzak zou kunnen worden medegevoerd. Een oplossing meende men gevonden te hebben door de in voering van het toenmalige Japansche N. R. (1910) bestaande uit: 2 pakjes gestoomde en gedroogde rijst elk van 145 gram, 1 pakje idem, samen verpakt met thee en suiker en 3 blikjes (penningsluiting) gebakken en gemalen gedroogde visch, elk van 50 gram inhoud. Bij de in 1911 gehouden groote manoeuvres werd dit rantsoen beproefd, waarbij echter bleek, dat het niet aan den eisch van smakelijkheid en eenvoud van bereiding voldeed. Om de rijst n. 1. voor de consumptie gereed te maken, moest een zakje gedurende 18 a 20 min. in goed kokend water worden gehouden, dat op het vuur bleef doorkoken. Bovendien maakte de fijn gemalen, gebakken gedroogde visch het maal te zout, zoodat dan ook van de invoering van dit N. R. werd afgezien. Overgegaan werd toen tot de beproeving van een beschuit noodrantsoen, dat bij vele legers in gebruik zijnde, over het algemeen goed voldeed. Na tal van proeven gelukte het in de Mil. Bakkerij te Tjimahi de voor dit doel geschikte beschuiten te bereiden en werd in 1913 besloten tot de invoering van een beschuit N. R., bestaande uit 20 beschuiten, elk wegende 0,025 K. G., 3 blikjes inhoudende 0,06 K. G. bereid vleesch en 0,005 K. G. thee, beschuiten en thee verpakt in perkamentpapier tot 3 pakjes. Het totaal gewicht van het rantsoen bedroeg bijna 1 K.G. Bij de in 1914 bij de verschillende wapens gehouden proeven tot vaststelling van de draagwijze bij den man, bleek de verpakking niet^ voldoende stevig, terwijl de beschuiten bij vervoer te paard of in den veldzak vrij spoedig verkruimelden. Voorts bleek het niet mogelijk dit rantsoen door de Infie en Genie aan den gordel te doen dragen, terwijl het verpakken in den veldzak als gevolg had, dat andere noodzakelijke uitrustingsstukken daaruit moesten worden verwijderd. Bevestiging op of terzijde van den veldzak maakten ver pakking in blik noodzakelijk. Tenslotte werd ook dit N. R. te volumineus geacht. In dit stadium van proefnemingen brak de Eur. oorlog uit, die een dadelijke oplossing van het vraagstuk voor een eventueele mobilisatie noodzakelijk maakte. Een voorloopig N. R. werd vast gesteld bestaande uit 0,5 K.G. versche rijst, 0,2 K.G. gedroogde visch en 0,01 K.G. thee, de rijst verpakt in 3 linnen zakjes, de thee en gedroogde visch elk afzonderlijk in perkamentpapier. In de garnizoenskleedingmagazijnen werd de benoodigde hoeveelheid opgelegd. De vorenomschreven bezwaren tegen het beschuit N. R. leidden eind 1914 tot het benoemen van een commissie, welke advies 600

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 38