man, hoeveel manschappen dit masker gasdicht passen. Blijkt dit b. v. bij 140 man het geval te zijn, dan past het masker bij 70 van het totaal aantal manschappen. Het blijkt dan ook dat men met een normaal taille te doen heeft. Gaat men nu na bij de overige 60 man, welke de reden is, dat het masker geen gasdichte. afsluiting gaf, hetzij, dat het masker te groot, hetzij dat het masker te klein was, dan krijgt men ook hier een globale indruk van de vermoedelijk nog noodig zijnde taillematen. Blijkt echter de aanwezige taillemaat slechts voor een klein aantal personen gasdichte afsluiting te geven, dan wordt de zaak natuurlijk gecompliceerder en blijkt daar dus uit, dat men niet met een normaal tailletype, doch met een groote of een kleine taillemaat te doen heeft. Deze beproeving vraagt, in verband met ontsmetting der maskers (indien weinig maskers aanwezig zijn) veel tijd. 6. Bij ieder wapenonderdeel houde men oefeningen overeenkom stig de oorlogsfunctie. 7. Iedere ploeg moet de beschikking hebben over een gaskamer. Bij meerdere ploegen in een garnizoen, kan in onderling over leg met één gaskamer volstaan worden. Waar echter de inrichting van een gewone troepengaskamer niet kostbaar is, verdient het echter de voorkeur ieder onderdeel zijn eigen gaskamer te geven. Alvorens tot de werkelijke beproeving over te gaan willen wij eerst eenige aanwijzingen geven, die bij de beproeving van practisch nut kunnen zijn. A. Gasmasker. De man moet op de hoogte gebracht worden van de inrichting en werking van het masker, terwijl er met nadruk op gewezen moet worden, dat het masker na afloop der oefeningen behoorlijk wordt gereinigd en met zorg in de daartoe bestemde bus of draagzak worde opgeborgen. Het niet model opbergen van de maskers kan als gevolg hebben, dat de soepele maskeronderdeelen in den knel geraken, waardoor knikken in gelaatstuk, slang en uitadenhngs- ventiel (indien onbeschermd) ontstaan, met als gevolg niet gasdicht sluiten en verhoogde ademhalingsweerstand. B. Vullingbussen. De bij de maskers behoorende vullingbussen moeten van een z. g. scherpe vulling voorzien zijn, d. w. z. bussen gevuld met een absorbtiemiddel, dat strijdgassen absorbeert, zoodat de manschap pen met het masker in „beschermingsstelling" in een met gassen verzadigde ruimte kunnen vertoeven. De bussen behoorende tot een speciaal type masker moeten alle ongeveer dezelfde ademha lingsweerstand hebben, althans mogen geen groote verschillen opleveren. 610

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 48