Wordt het gaslek gevonden, dan begeeft de man zich z. in.
wederom in de gaskamer, teneinde te controleeren of het masker
nu gasdicht sluit.
Aannemende nu dat allen, (na z. n. andere manschappen te
hebben aangewezen voor de gasmaskerbeproeping) van gasdichte
maskers voorzien zijn, wordt overgegaan tot de le oefening.
Ie. Oefening.
De manschappen zijn ongewapend. De gasofficier bevindt zich
vóór zijne klasse en plaatst zijn masker in „beschermingsstelling".
Dit herhaalt hij rustig eenige malen, zoodat iedere man duidelijk
de verschillende verrichtingen kan zien. Wanneer een en ander vol
doende begrepen is, laat hij man voor man het masker op en
afzetten en bespreekt z. n. de gemaakte fouten.
Als algemeene regel behoort aangenomen te worden, dat de man
het masker zoo los en gemakkelijk mogelijk moet opzetten als
overeen te brengen is met den eisch van gasdichtheid. Het oordeel
van den gemiddelden man (in den beginne) is bevonden daarbij
van weinig belang te zijn, daar hij de vaste overtuiging heeft, dat
hoe dichter (krachtiger) het masker op zijn gelaat perst, hoe beter
gasbescherming het geeft. Wanneer de geheele groep een beurt
heeft gehad, zal hij het masker door alle manschappen gelijktijdig
en langzaam laten opzetten en gaat de instructeur masker voor
masker na, teneinde te controleeren of het goed zit.
De maskers, welke zijn nagezien, worden door de manschappen
opgehouden en na verloop van 10 min. wederom afgezet.
(Het ligt niet in mijne bedoeling van de in beproeving te nemen
maskers de wijze van opzetten te bespreken, aangezien dit opstel
dan te uitgebreid zou worden. Hoogstwaarschijnlijk zullen bij de
proefmaskers de noodige aanwijzigingen hieromtrent worden
verstrekt).
2e Oefening.
Het gasmasker op tel van uit de afwachtingsstelling in de
beschermingsstelling brengen. De instructeur stelt vast of handelt
naar de van hoogerhand verstrekte aanwijzingen, op welke wijze
het masker van uit de afwachtingsstelling in de beschermingsstel
ling moet worden gebracht.
614
Deze oefening heeft feitelijk gedeeltelijk plaats gehad bij het passen
van de maskers, maar toen werd door den onderwijzer meer aandacht besteed
aan het passen van de maskers dan aan het juist opzetten, zoodat deze
oefening toch met de noodige zorg verricht moet worden.
Bij maskers spreekt men van niststelling, indien de draagzak met inhoud
op een der beide heupen hangt, (de draagzakband over linker of rechter
schouder), van afwachtingsstelling, indien het masker met inhoud voor het
midden van de borst gedragen wordt en van beschermingsstelling, indien van
uit de afwachtingsstelling het masker wordt opgezet.