veel beter tot uiting, dan bij een rustige kalme marschtraining. Door ons zijn maskers beproefd, die in den beginne zeer goed voldeden, doch waarvan later bleek, dat verschillende van de hier- bovengenoemde oefeningen er niet mede verricht konden worden. Het zal den lezer nu duidelijk worden, dat het resultaat van de beproeving van bovengenoemde verrichtingen dan pas objectief is, indien uitgevoerd door manschappen, die zich met hun masker geheel thuis gevoelen. Hoe kan een man, die voor het eerst een masker op heeft, telephoneeren, schieten, seinen enz.? Hij heeft zijne gedachten slechts ten deele bij de van hem vereischte verrichtingen en denkt, hoe kom ik zoo spoedig moge lijk onder dat warme en benauwde ding vandaan. Dus voor alles den man eerste vertrouwen in zijn beschermingsmiddel geven - hem het masker door een oordeelkundige training gedurende een Iange- ren tijd laten dragen, daarna overgaan tot de onder 1 t/m 17 genoemde oefeningen. De oefeningen 1 t/m 3, zijn dus feitelijk InIeidingsoefeningenr die echter niet alleen als trainingsoefening van waarde zijn, doch waarbij ook, zooals uit het vorenstaande gebleken is, de instructeur vele kostbare gegevens betreffende de doelmatigheid van het masker verzamelen kan. ad. 1. Marcheeren. (Zie Oef. 1 t/m 3). Tevens wordt er de aandacht op gevestigd, dat de man bij het dragen van het masker,, het hoofd in alle richtingen moet kunnen brengen, zonder dat daarbij hinder wordt ondervonden. Ook bij deze oefeningen ge zichtsveld en doode hoek opmeten. (Het opmeten van het gezichts veld heeft perimetrisch natuurlijk reeds plaats gehad, doch moet ook aan de practijk getoetst worden). ad. 2. Looppasoejeningen. Deze oefeningen worden bij de inleidingsoefeningen behandeld, doch in combinatie met andere oefeningen moet speciale aandacht aan de ademhaling van den man besteed worden. Hoe kan een man, die na 100 M. hardloopen zonder masker reeds, buiten adem aankomt, dit met masker bereiken? Dus trapsgewijze trainen. De instructeur zal steeds na het einde van de bevolen oefening nagaan, hoe het met de ademhaling gesteld is. ad. 3. Springen-kruipen-robben. Alle op het gevechtsveld voorkomende handelingen met het masker in beschermingstoestand verrichten. Eventueele bezwaren komen spoedig tot uiting. Beproeven of in liggende, geheel gedekte houding, geen ademhalingsonderdeelen van het masker dichtge knepen worden. 621

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 59