ad A. Hoofdbescherming bestaande uit: 1Gasmaskerdoek. 2. Hoofdbevestiging. 3. Oogglazen. 4. Afsluitl ijn. ad. 1. Gasmaskerdoek. a. Van een bepaalde, sterke, gasdichtafsluitende stof met z. n. aan de binnenzijde een afsluitende rand. (Binnenraam) b. In minstens 3 tailles aanwezig. c. De vorm van het maskerdoek zooveel mogelijk 'de vorm van het gelaat met een uitsparing, waaraan gemakkelijk, doch solide, de inademingsslang bevestigd kan worden. ad. 2. Hoofdbevestiging. a. Aan iedere zijde eenige verstelbare banden van elastiek met schuifpassanten. b. De banden laten eindigen op een kussentje. x. De banden die langs de slapen en boven de ooren loopen op twee punten op het maskerdoek bevestigen, om betere aanslui ting te verkrijgen voor menschen met eenigszins ingezonken slapen. Het bovenste aanhechtingspunt op den afsluitrand van het maskerdoek. ad. 3. Oogglazen. a. Ontbrandbaar. b. Helder doorzicht. c. Onbreekbaar, d. w. z. bestand tegen kleine handgranaat scherven. d. Zij mogen niet beslaan. e. Gemakkelijk in eenige seconden te verwisselen, Diameter der oogglazen 55 a 60 m.M. g. De maximaal diameter der oogglazen moet horizontaal loopen. h. De brandpunten der oogglazen iets grooter dan of bijna ge lijk de gemiddelde afstand tusschen de centra der pupillen van volwassenen. (60 m.M. gemiddeld). De oogglazen, of de bovenzijde der oogglazen, een weinig naar voren geplaatst om te voorkomen dat zij met het gezicht van den drager in aanraking komen en waardoor tevens de doode hoek verkleind wordt. ad. 4. Afsluitvlak. a. Type halfnrasker. ad. B. Inademingsslang. a. De juiste lengte in verband met de plaats der vullingbus. b. Voldoende soepel. c. Diameter minstens 18 m.M. 624

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 62