T vanuit verschillende richtingen onder vuur (een minimum afstand waarop A tot T mag naderen, dient veiligheidshalve te worden voorgeschreven). De moeilijkheden nemen toe, naarmate het snel- heidsverschil tusschen A en T grooter wordt. Ook kan met twee of drie vliegtuigen in verband op T gevuurd worden. Dezelfde soort oefening met scherp, doch dan schieten op de sleepschijf. Twee-persoonsvliegtuigen kunnen dezelfde oefeningen houden, waarbij tevens het schieten met den achtermitrailleur wordt geoefend. Dit kan worden beoefend: le. door schieten met den mitrailleur op den grond (met scherp). 2e. in de lucht op in dezelfde richting vliegende doelen (met camera of scherp op de sleepschijf). 3e. in de lucht op gronddoelen, tegelijk met de oefeningen voor het schieten met den voormitrailleur (met scherp). 4e. in de lucht op doelen, die het vliegtuig met groote snelheid aanvallen (camera). 5e. in de lucht, tegelijk met de oefeningen in het schieten met den voormitrailleur (met de camera; de vliegenier zal zoo moeten vliegen, dat hij zijn schutter gelegenheid geeft tot vuren, zoodra hij zijn eigen vuur moet staken). Het is duidelijk, dat de moeilijkheid, om den trillenden mitrailleur op het doel gericht te houden tijdens een serie schoten, met de camera niet tot haar recht komt. Voor den achtermitrailleur is schieten met scherp dus meer gewenscht dan voor den vasten voor mitrailleur. Overigens kan ook bij deze schietoefeningen geoefend worden zonder patronen, mits de resultaten geregeld met scherpe patronen gecontroleerd worden. Bij een gevecht in afdeelingsverband, zal de afdeelingscommar.- dan, wanneer hij de afdeeling op de gewenschte plaats ten opzichte van den tegenstander gebracht heeft, het teeken geven tot den aanval. Terwijl de toestellen in afdeelingsverband blijven, zoekt ieder zijn tegenstander uit. Het vuur mag eerst geopend worden, wan neer de vuuropening van den afdeelingscommandant wordt ge hoord. Het kan zijn voordeel hebben, dat eenige aanvallende vliegtuigen, bijv. de vliegtuigen van dezelfde patrouille, gezamenlijk hun aanval op één tegenstander richten, doch dan moet men eischen, dat het vuur van de aanvallers goed gericht is, ondanks de onmiddellijke nabijheid van de andere vliegtuigen. Wat er na de vuuropening plaats heeft, hangt af van de omstan digheden. Is de aanval van boven naar beneden uitgevoerd, dan kan het overschot aan snelheid benut worden voor optrekken, om daarna weer een aanval van boven naar beneden uit te voeren. Het is 629

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 67