zooveel lessen worden uitgetrokken als voor het andere vak. De ervaring, die men aan de hand van de oefeningen verkrijgt, zal ter zake beslissen. Ook moet men niet vergeten, dat een les in het eene vak (bijv. schieten) van veel korter duur zal zijn (naar schatting 10 minuten) dan een les in een ander vak (gereedmaken voor den aanval bijv. die wellicht 30 a 40 minuten zal duren). Dat zal een reden zijn om voor schieten veel meer lessen uit te trekken. Wanneer men bij de organisatie van de oefeningen rekening houdt met hetgeen hierboven is vermeld onder „algemeene beginselen bij de oefeningen" en onder „indeeling van de oefenstof", en verder de oefenstof zelf beantwoordt aan de eischen, die het luchtgevecht stelt, dan hebben de oefeningen een groot rendement, d.w.z. dat met een minimum van opoffering aan tijd, arbeid en geld, een maximum oefeningsresultaat bereikt wordt; alle factoren, die van invloed zijn op het rendement van de oefening, zijn dan in rekening gebracht. 639.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 77