In het najaar van 1916 werd in Tirol een zware kabelbaan gebouwd van 23 K.M. lengte, met een rendement van 500 ton per etmaal. Een andere baan had een vrije spanning van 2640 M. en vervoerde enkellasten van 1000 K.G. Welk een omvang de toepassing kreeg, moge blijken uit de volgende cijfers. In het voorjaar van 1917 waren in Zuid-Tirol 125 kabelbanen in bedrijf, met een totaal-lengte van 300 K.M.; terwijl gemiddeld dagelijks 1200-1400 ton vervoerd werd. Het personeel voor deze banen telde ruim 8000 man. (Men gebruikte hiervoor landstorm, arbeiders, voor den velddienst ongeschikten, krijgs gevangenen). In den zomer van hetzelfde jaar werden aantal en vermogen der genoemde banen verdubbeld. Een bijzondere prestatie was de bouw van een baan, bestaande uit één draagkabel, welke enkellasten van 1500 K.G. vervoerde, een vrije spanning had van 1800 M. en daarbij bijna 1000 M. hoogte verschil overwon. Ten slotte worde genoemd de bouw van drie zware parallel loopende banen, welke onmiddellijk achter het front lagen. In enkele dagen, kort voorafgaande aan de Piave-offensieven, werden niet minder dan 130 stukken geschut, met kalibers tot 10,4 c.M. naar boven gebracht. Zonder kabelbanen zou dit vervoer zoo niet geheel onmogelijk geweest zijn, dan toch veel verliezen gekost en maanden geduurd hebben. Behalve goederen werden per kabelbaan ook menschen vervoerd; in Zuid-Tirol o. a. 60 70.000 man per maand. Door den rustigen gang zijn kabelbanen zeer geschikt voor het vervoer van gewonden en zieken. Kwetsbaarheid. De kabelbanen vormen kleine doelen; ze zijn echter zeer gevoelig voor beschieting. Door de groote spanning, welke in de kabels heerscht, kan het raken door een splinter een breuk veroorzaken. Daarom is het noodig bij elke baan eenig personeel ter beschikking te hebben, dat bedreven is in het kapelsplitsen. Vervoerbare Kabelbanen. De hierboven beschreven kabelbanen zijn alle vrij zwaar en de bouw ervan draagt een min of meer permanent karakter. Reeds lang voor den wereldoorlog had men echter reeds getracht lichte typen te construeeren welke in kleine onderdeelen verdeel baar, gemakkelijk te vervoeren en op te stellen zouden zijn en daardoor geschikt voor militair gebruik. In 1903 schreef een Fransche overste van de genie over dit onderwerp in de Revue du Génie. Aan Italiaansche zijde had men ook reeds in die richting ge werkt. In 1900 had het Italiaansche leger 3 kabelbanen in ge bruik, waarover de volgende gegevens werden gevonden. Het waren banen met heen-en-weer-gaande beweging, waarbij de 646

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 84