659 vatte conclusies wordt ook het een en ander opgemerkt met betrekking tot het o-ebruik van nevels. Schr. is o. a. van meening, dat in de toekomst een belangrijk deel van de artillerie-munitie-uitrusting zal bestaan uit rookprojec- tielen°en voorts, dat het noodig is, dat de infanterie zelf vertrouwd is met het gebruik van nevels. Opnieuw wordt in dit nummer een oplossing gegeven van een tactische opdracht van het toelatingsexamen voor de Fransche krijgsschool (zie ook l.M.T. '27 No. 8 Rev. d'inf. April). Het van goede kaarten voorziene geheel vormt een dankbaar studie-object. Commandant Escudier beëindigt zijne beschouwingen:! aviation en liaison avec l'infanterie. In het vorige overzicht mochten we reeds de aandacht zoowel van vliegeniers als niet-vliegeniers vestigen op dit artikel. Thans wordt de vraag behandeld hoe de infanterie zich tegen vijandelijke vliegeniers moet en kan verdedigen (moyens passifscamouflage moyens actifs: inf. vuurwapens). Onder de passieve middelen worden besproken de marschdiscipline, de houding van de infanterie, indien zij tijdens den marsch door vliegtuigen wordt verrast, voorts de maatregelen tijdens de legering en tijdens de prise de contact. We kennen de voornaamste regelen reeds uit het A.T. V. (punten 38, 39 en 40) en uit de infantry journal (l.M.T. No. 3 en 6). Onder de actieve middelen wordt de beteekenis van de infanterie-vuur- wapenen voor den strijd tegen vliegtuigen geschetst. Wederom wordt erop ge wezen dat vliegtuigen beneden de 1000 M. door de infanterie zelf moeten worden bestreden, omdat voor de luchtdoel-artillerie alsdan de hoeksnelheid van het doel te groot is en de eigen vliegtuigen over te geringe manoeuvreer ruimte beschikken (zie A. T. V. 39(1). (Men bedenke dat hier een officier van den vliegdienst aan het woord is). O. m. verdienen de volgende uitlatingen nog de aandacht„de Duitschers hebben tijdens den oorlog ten aanzien van de bestrijding van vliegtuigen met infanterie-vuurwapens belang rijke vorderingen gemaaktzonder uitzondering waren al onze vliegtuigen door mitrailleurprojectielen getroffen (zie ook l.M.T. No. 4, J.U. S.I. I. Oct. '27)" en: „Ik geloof hieraan te kunnen toevoegen het is een zuiver per soonlijke meening dat, bij goede training van de infanterie inde bestrijding van vliegtuigen, een goede uitvoering van de „missions d'accompagnement door vliegtuigen problematiek wordt." De schr. van het artikel Les infanteries étrangères (l.M.T. 4 en 6) doet interessante mededeelingen over de individueele en de gezamenlijke opleiding in het Duitsche leger. (Men zie hiervoor ook B. B. S. M. No. 2, l.M.T. 6). De opleiding blijkt bijzonder verzorgd te zijn, zooals o. m. valt af te leiden uii de mededeeling, dat 3 jaar intensieve arbeid wordt noodig geacht voor de opleiding van de commandanten der kleine eenheden en voorts, dat van ieder onderofficier wordt geëischt, dat hij na 6 jaar dezelfde kennis bezit, als voor den oorlog, van een officier werd gevorderd. Ten slotte moge de aandacht gevestigd worden op een door een genie officier geleverd commentaar op de tactische studie situations defensives voorkomende in de rev. d'inf. Sept. en Oct. '27 (I-M- T. '27 No. 11 en 28 No. 1). De schr. wenscht erop te wijzen, dat men bij oefeningen vooral de genie niet moet vergeten en dat een verdeeling van de genietroepen ovei de verschillende onderdeelen, zonder dat ervoor gegronde motieven aanwezig zijn, onjuist is. Onder de nieuw ingestelde rubriek Chronique des revues militaires etrangeres wordt onder het hoofd L'organisation des petites unités" een overzicht o-egeven van de inzichten over het al of niet organisatorisch scheiden van stoot- en vuurkracht. De strijdvraag blijkt ook in Rumenië te zijn opge worpen. Als bijzonderheid moge worden vermeld, dat deze overzichtschr. de groupe de combat prefereert. In elk geval verwerpt hij de voorstellen van den generaal Rouquerol (l.M.T. 6, R.M.S. No. 12), d.i. de vuurkracht van de compagnie organiseeren in een sectie per compagnie, waarvan ook de kapitein du Croo zich een voorstander toonde (I. M. T. No. 4). Bulletin Beige des Sciences militaires. April. De studie „Les opera tions de l'armée beige" wordt voortgezet, evenals die, getiteld „Du role de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 97