besmet, die niet op andere wijze onbruikbaar kunnen worden ge maakt en door den vervolger niet kunnen worden vermeden. Voor het besmetten van het voorterrein komen vooral kampongs, bosschen e. d. in aanmerking. Men blijve echter indachtig, dat de werking van het mosterdgas zich niet onmiddellijk openbaart. B. ROOK EN NEVEL VOOR CAMOUFLAGE- EN NEUTRALISEER1NGSDOELEINDEN. Het verwekken van rook vindt toepassing om den vijand het uitzicht te benemen en daardoor zijne waarneming en zijne wapen werking te bemoeilijken, zoo mogelijk te beletten. Het gebruik van rook moet er op gericht zijn, den gebruiker zoo mogelijk wel alle voordeelen, maar niet de nadeelen van den nacht te verschaffen. In den aanval geschiedt zulks door 's vijands waarnemings- en uitkijkposten en zijn weerstandskernen met rook te omgeven, dan wel door een scherm te leggen onmiddellijk vóór en op de voorste troepen van den verdediger; een aanval met vechtwagens zal in den regel door rook worden gemaskeerd. In de verdediging kunnen bewegingen van reserves of de terug tocht door rook voor den vijand worden verborgen. Vooral bij rivierovergangen zal het gebruik van rook een nuttige toepassing kunnen vinden. Het verwekken van rook geschiedt door middel van rookgevende geweergranaten, of door het verbranden van rookgevende materialen (rookmaskers), soms ook door artillerieprojectielen of door vliegtuigen. Aangezien het veelal onmogelijk is de plaats van een rookscherm te beperken tot dat gedeelte van het slagveld, waar men het noodig heeft, moet het gebruik van rook geregeld worden door de com mandanten der groote eenheden. Volgens de „Militarwissenschaftliche Rundschau W. T. M. 1926 Mei, Juni, blz. 341", zijn in Amerika op een gascursus te Edgewood Arsenal door de deelnemers vergelijkende schietproeven gehouden omtrent de uitwerking van het infanterievuur, wanneer de schutters zelf in een nevel waren geplaatst, het doel in een nevel was gehuld en in het geheel niet van nevel gebruik gemaakt werd. Stelde men de resultaten in laatstgenoemd geval op 100 dan was het percentage treffers in eerstgenoemd geval 9 en in het tweede geval 31. Hieruit blijkt dus, dat verneveling van de eigen infanterie, wanneer deze van haar vuurwapens gebruik moet maken, onvoorwaardelijk moet worden verworpen, terwijl verneveling van de vijandelijke infanterie gelijk staat met verlamming van haar vuuruitwerkingen en dus wat dit betreft voor den eigen aanval aanbevolen moet worden. (Wordt vervolgd). 680

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 16