2. EENE TACTISCHE REGLEMENTENSTUDIE BETREF FENDE HET BATALJON. door A. van de Water. (Slot). X. DE VERDEDIGING. EEN VOORSTE BATALJON. Voor wat betreft de grondregels, het schoots veld, de vakscheidingsl ij nen, het infant e- I.M.T. rievuur, het vuurplan en het gebruik der 1926 mitrailleurs bij de verdediging, wordt verwezen naar blz. de algemeene beginselen, besproken in „Eene tactische 742-763.reglementenstudie betreffende de compagnie en de sectie", welke beginselen m. m. ook gelden voor het bataljon. De bezetting van het terrein dat de regimentscomman dant ter verdediging krijgt aangewezen, wordt zeer be- G. V. l. spoedigd wanneer deze na ontvangst van zijn opdracht, 233,234. op de kaart beslist, waarheen de bataljons zich voorloo- (1), 234 pig moeten begeven en welke maatregelen voor de bevei- (2). liging moeten worden genomen menigmaal zal het des betreffende bevel in zekeren zin een bevel voor de ontplooiïng van het regiment c. q. gereedstelling ten be hoeve van de verdediging voorafgaan aan het (partieele) bevel van den regimentscommandant, waarin het terrein wordt aangewezen dat door het bataljon ter verdediging moet worden bezet. 169 (l). Na ontvangst hiervan zal de bataljonscommandant, wan- 171 (1). neer de omstandigheden zulks toelaten, dit terreindeel (voorwerp) persoonlijk verkennen, ook het terrein daar vóór en daarneven. 168 (1). Het effect der afweermiddelen berust o. a. vooral op de A.T.V. keuze van het terrein. Zijn mitrailleurs ingedeeld, dan zal 151 (2). hij den commandant medenemen. Het vuur, dat 's vijands aanval moet breken, zal in de eerste plaats door mitrail leurs moeten worden afgegeven. G. V. I. Is voor een persoonlijke verkenning geen tijd beschik- 169(2). baar, dan wordt volgens de kaart beslist. 681

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 17