14. Verpleging (eerste plaats voorziening drinkwater en
thee) en moreel.
15. Maatregelen tegen achterblijvers; verzamelplaats ge
vangenen.
Bij het opmaken van het verdedigingsplan moet de
O. V. I. bataljonscommandant uitgaan van het beginsel dat een
170(2). bataljon waaraan de verdediging van een terreindeel is
A.T.V. opgedragen, dit tot het uiterste, alzoo tot den laatsten man,
150(2). zal moeten verdedigen en daartoe standhouden.
Alleen op nader bevel zal daarvan mogen worden
afgeweken.
O.V. I. Het terrein moet intensief worden verkend en benut,
168 (l). vuur en dekking moeten zorgvuldig worden voorbereid
A.T.V. deze voorbereiding mag nimmer als geëindigd worden
155. beschouwd.
Hoe minder tijd beschikbaar is voor de
organisatie van de verdediging, hoe meer
O.V.I. het er op aankomt dat de bataljonscóm-
168 (2.) mandant het gebrek aan tijd weet te ver
goeden door de snelheid, waarmede hijde
tactisch belangrijke punten van het terrein
weet te onderkennen en te benutten.
Bij de keuze van de voorste verdedigingslijn binnen de
172(1). door den regimentscommandant gegeven bevelen, moet
de bataljonscommandant er aan denken, dat deze zich
zooveel mogelijk aan het terrein moet aanpassen en een
onregelmatig beloop moet hebben om het inschieten van
artillerie en mitrailleurs te bemoeilijken.
De voorste verdedigingslijn zal in den regel geen aaneen
gesloten linie van versterkingen of troepen zijn. Het is in
172(2). den regel niet altijd noodig om, ten einde den vijand het
bezit of gebruik van deelen van het den bataljonscomman
dant aangewezen terreindeel te ontzeggen, die deelen te
doen bezetten; door opstellingen zij-of achterwaarts daar
van, gewoonlijk flankeerend (zoodat de openingen krachtig
bestreken worden door vuur.) gepaard gaande met den
aanleg van doelmatige hindernissen, kan het verlangde
resultaat ook worden verkregen.
Zoo eenigszins mogelijk zal de bataljonscommandant
met de betrokken compagniescommandanten de juiste plaats
van de voorste verdedigingslijn in het terrein vastleggen
en ten spoedigste de steunende artillerie daaromtrent in
lichten.
Doode hoeken, welke in geaccidenteerd terrein dikwijls
40(2). voorkomen en welke door den vijand zouden kunnen
worden benut, moet men door flankeerend vuur trachten
te bestrijken.
683