O.V.I, bataljonscommandant de leiding van de verdediging beter in handen, wanneer hij rechtstreeks over zijn hoofd vuurkracht beschikt. De mitrailleurs moeten zoodanig worden gebruikt, dat zij c.q. in vereeniging met de artillerie de beste naderings- en dekkingsgelegenheden des vijands onder vuur kunnen nemen en later vóór de voorste verdedigingslijn diens aan val kunnen doen ineenstorten. De kennis van het voor terrein is derhalve van groot belang en zoo de omstandig heden (tijd, toestand, terrein e.d.) het maar eenigszins mogelijk toelaten moet de bataljonscommandant den com mandant der mitrailleurs het voorterrein intensief doen verkennen (en niet het voor de verdediging aangewezen terrein alleen) en zal de bataljonscommandant het zelf verkennen alvorens hij de gevechtsopdracht en plaatsen bepaalt. Bij een en ander moet over de nadering s- mogeiijkheden en de waarschijnlijke aanvals- r i c h t i n g(e n) van den vijand goed worden nagedacht, terwijl ook het neventerrein moet worden verkend, met de commandanten der nevenbataljons overleg moet worden gepleegd om te geraken tot eene zoo volledig mogelijke bestrijking van het voorterrein (het terrein voor de batal jonsscheidingslijnen mag daarbij niet worden vergeten) en een innige samenwerking met de nevenbataljons. Ontbreekt de mogelijkheid tot verkenning, dan geschiedt deze volgens de kaart of door waarneming van het terrein. Hoe minder artilleriesteun, des te meer moeten de mitrailleurs reeds op grooteren afstand worden ingezet. Terwijl bij voorkeur de mitrailleurs op de lagere middel bare en kleine afstanden worden gebruikt (met het oog op de geboden zuinigheid met de munitie) zullen zij in zoo- 12. danig geval op de hoogere middelbare en groote afstanden 180(1). mogen vuren, te meer waar hier het vuur deugdelijk kan worden voorbereid en in den regel over een ruimen voor raad munitie kan worden beschikt, terwijl de kans op het verraden van de plaats der mitrailleurs opweegt tegen de te behalen voordeelen. Hier doet zich ook het geval voor, 183. dat met het oog op de mogelijkheid tot het behalen van aanmerkelijke voordeelen, vuur met indirecte richting mag worden toegepast. Bij het vuur op groote en middelbare afstanden wordt O. V. I. in beginsel het vuur van meerdere secties uit verschillende 180(1). opstellingen concentrisch op het doel vereenigd (concen- tratievuur). Rekening houdende met de resultaten van de verkenning, den artilleriesteun, het overleg met de nevenbataljons en het beschikbaar gestelde aantal mitrailleurs, bepaalt de bataljonscommandant de verschillende plaatsen. 685 18(1). 178. 152. 171.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 21