Bij voorkeur worden de mitrailleurs zoodanig opgesteld, 175. dat zij flankeer end kunnen vuren en in front worden beschermd door ruim van handgranaten voorziene geweer- schutters. Het vuur kan dan tot dicht voor de voorste verdedigingslijn worden gelegd en dus moeilijker door den aanvaller worden doorschreden dan het vuur der artillerie, dat verder moet liggen terwille van de veiligheid van de eigen troepen. A. T. V. Om het vuur (over eigen troepen) langer te kunnen 151(4). volhouden, kan tevens eene domineerende opstelling aanbeveling verdienen. O.V. I. Overigens wordt aangeteekend, dat de plaats der mitrail- 182. leurs als regel achter de voorste secties is ten einde niet te spoedig buiten gevecht te worden gesteld en dat echelonneering in de diepte noodigis. Het kan aanbeveling verdienen voor de opstelling niet die punten te kiezen, welke daarvoor bij een eersten blik op de kaart het meest 179(3). aangewezen blijken, omdat de mogelijkheid bestaat, dat de tegenpartij zijn artillerievuur richt op de punten, waar hij redelijkerwijze mitrailleurs kan verwachten, zonder dat hij echter daaromtrent zekerheid heeft; ook verdient het geen aanbeveling mitrailleurs op te stellen op plaatsen, welke gemakkelijk op de kaart zijn aan te geven (markante punten grafheuvels, triangulatiepunten e. d.), waardoor de vijand (artillerie) vlug en eenvoudig omtrent die opstellingsplaatsen kan worden ingelicht. Het voorbereiden van meer stellingen dan gelijktijdig 181. kunnen worden bezet is noodigzulks geeft meerdere vrijheid in het gebruik tijdens het gevechtverder wordt 180(2). als regel het vuur op groote en middelbare afstanden niet afgegeven uit stellingen, bestemd voor het verrassend vuur op den vijand als deze de eigen infanterie tot op korten afstand is genaderd. Of de bataljonscommandant mitrailleurs zal indeelen bij de bataljonsreserve, in het hem aangewezen terreindeel zal bezigen tot luchtafweer, dan wel in de diepte zal opstellen deze laatste mitrailleurs maken geen deel uit van de reserve doch worden wel in het vuurplan opge nomen om alleen te mogen vuren wanneer de vijand binnendringt, hangt geheel af van de omstandigheden (vuursteun artillerie, aantal mitrailleurs, luchtgevaar e. d.). Op den voorgrond moet staan dat het vuur op het voorterrein zoodanig moet zijn, dat'svijands aanval daar wordt gebroken, want dat is het voornaamste. Door het vuur moet de aanval zoo eenigszins moge lijk mislukken, het vuur moet den aanvaller verslaan, 686

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 22