Bij het bepalen van de plaats der troepen moet steeds
Tekening worden gehouden met de maskeeringsmogelijk-
heden, welke het terrein biedt.
Wanneer in een tactisch gunstig gelegen terreindeel de
aldaar aan te leggen veldversterkingen van eenvoudigen
aard (mitrailleurnesten, schutterskuilen, schuilnissen e. d.)
met het oog op de eigenaardigheid van het terrein, met
de beschikbare middelen niet te maskeeren zijn, dan kan
het dikwijls beter zijn, een ander, weliswaar tactisch min
der gunstig gelegen terreindeel te kiezen, dat echter door
goede maskeering aan waarde wint.
Maskeering door jonge aanplant helpt niet tegen gezicht
uit de lucht, wel op den grond. Te dunne kunstmatige
aanplant valt onmiddellijk op.
De veldversterkingen moeten passen in de kleurscha-
k e e r i n g van de omgeving, hetgeen zonder (herhaald)
onderzoek van 's vijands zijde (op den grond, in de lucht)
niet gemakkelijk is te bepalenhet materiaal benoodigd
voor de kleuraanpassing wordt het best uit de naaste om
geving verkregen (struikgewas, planten, alang2, padistroo,
enz.). Meestal is veelvuldige vernieuwing van het mas-
keeringsmateriaal noodig om de overeenkomst met de
kleurschakeering van den omtrek te handhaven. Tot steun
van dat materieel kunnen maskeeringsnetten dienen (toe
dekken van nesten, kuilen, schuilnissen).
De veldversterkingen moeten ook in de vormen van
de omgeving passen (b v. loopgraven in de richting van
akkersporen). Voor alles is noodigvermijding van
regelmatige vormen en van scherp afstekende hoeken,
welke de natuur niet kent; geen gelijkvormigheid; alle
zuivere vormen zijn uit den booze. Dikwijls kan door
kleurschakeering de aanpassing van den vorm worden
verkregen. Een onregelmatige bonte kleurschakeering werkt
in haar geheel verdoezelend en laat de omtrekken moeilijk
onderscheiden. Hierbij kunnen netten, onregelmatig door
vlochten met allerlei materieel en samengebonden met
touwen of draad en door staken op willekeurige hoogte
gebracht, goede diensten bewijzen, dikwijls den indruk
geven van sawahhuisjes, pondoks, schuren, padischelven,
waakhuisjes in ladangs. Het vlechten van dergelijke netten
mag dan ook in een P. V. voor infanterie niet ontbreken.
Elke veldversterking moet zoo laag mogelijk zijn en
geleidelijk in het terrein overgaan om de vorming van
schaduwbeelden, welke in het bijzonder de verkenning
door vliegtuigen bevordert, te vermijden. Tot vereffening
van de schaduw en vermijding van scherpe schaduwgrenzen
kunnen, vlak boven de schaduwzijde gespannen, maskee
ringsnetten dienen.
694