Zoo noodig moeten enkele mitrailleurs en vuurmonden worden opgeofferd. De achterste troepen moeten over veel munitie kunnen beschikken, waartoe de noodige maatregelen tijdig moeten worden getroffen bij een opdringen van den vijand moet 200(3). door een hevig vuur de vijand in den waan gebracht worden, dat de stelling nog bezet is. Al het bruikbare materieel, wapens en munitie, moeten 200 (2). worden medegevoerd en anders vernietigd; den vijand mag niets bruikbaars in handen vallen. Soms zijn de omstandigheden zoo gunstig, dat hetterug- 190 (1). gaan onder bescherming der duisternis kan plaats heb- 231 (2). ben, zonder dat te voren 's vijands voorste linie is teruggeworpen. In zoodanig geval doet de bataljonscommandant de bataljonsreserve en zoo mogelijk een deel van de toe gevoegde mitrailleurs achterwaarts een nieuwe opstelling innemen, daarna gaan de compagnieën van de eerste linie terug; een zeer ijle linie van posten en patrouilles blijft (voorloopig) ter plaatse om den vijand te misleiden. Zoodra de hoofdmacht van het regiment een voldoenden l90(i)(2)afstand heeft gekregen, gaan ook de achtergelaten afdee- lingen terug, hetgeen alleen op schriftelijk bevel mag geschieden. Nog meer dan bij de ontplooiing en bij de ontwikkeling tot den aanval is het bij een afbreken van het gevecht en een teruggaan noodig om verwarring te voorkomen. De geheele manoeuvre moet nauwkeurig worden geregeld, om zoo te zeggen zooals bij de nadering tijdens den aanval, maar dan in achterwaartschen zin, dus b.v. terugtochts- 190 (2). strooken (c.q. marschrichtingen) aanwijzen, welke dan uiteraard door of naar de aangewezen terugtochtspaden en wegen loopendaar waar deze samenkomen moeteen energiek officier aanwezig zijn, die de noodige maatre gelen treft voor een ordelijke regeling van de marschcolonne. r Vroegtijdig moeten maatregelen worden getroffen voor het verkennen van de terugtochtswegen, c.q. voor het innemen van een opname stelling (de verkenning daarvan), voor het gebruik der genietroepen (verbeteren van wegen, voor bereiding vernieling daarvan)eveneens moet aandacht geschonken worden aan de mogelijkheid van eene evenwij dige vervolging door den vijand en daartegen een afdeeling worden ingezet. Gaat een bataljon 's nachts terug, in welk geval de vijand bij een opdringen, ook aan de wegen is gebonden, dan zal men geen opname stelling innemen, doch is het 706

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 42