voldoende de wegen af te sluitenhet leggen van hinder
lagen kan daarbij doelmatig zijn.
190 (2). De terugtocht moet derhalve zorgvuldig worden voorbe
reid, om de bewegingen der onderscheidene troependeelen
met elkander in harmonie te brengen, en soms, vooral
's nachts, naar het horloge worden geregeld.
Om het voornemen voor den tegenstander verborgen
te houden, is het, in 't bijzonder bij een nauwe gevechts
aanraking met den vijand, noodzakelijk, den troep eerst
op het laatste oogenblik d.w.z. eerst dan wanneer de
betrokken afdeeling naar achteren in beweging wordt
gesteld, daarvan mededeeling te doen. Slechts de compag-
A.T.V. niescommandanten mogen van te voren vertrouwelijk mon-
14(2) b. deling of schriftelijk, doch niet met technische middelen,
worden ingelicht.
De bevelhebber gaat naar achteren, zoodra de terugtocht
verzekerd schijnt te zijnde bataljons- en compagnies-
211. commandanten blijven bij hunne troepen, de sectie- en
200 (2). brigadecommandanten gaan met hunne laatste brigade of
laatste manschappen terug.
Zooals uit het voorgaande blijkt, moet het afbreken van
het gevecht en het teruggaan te voren worden geregeld
en moet in zekeren zin het geheele programma voor
den terugtocht van te voren voor al de daarvoor in aan
merking komende aanvoerders worden ontvouwd.
BATALJONSBEVEL.
Inleidende bevelen (afzonderlijk te geven).
1. c. q. Uitzenden van officieren tot verkenning nieuwe
stelling en terugtochtswegen.
2. Afmarsch G. T. (weg, doel, tijd) afmarsch en gereed-
stelling der gevechtsvoertuigen van de compagnieën
(buiten bereik werkzaam artillerievuur).
3. Ontruiming hulpverbandplaats, afvoer gewonden.
4. c q. Voorbereiding vernielingswerkzaamheden.
Onder voorwaarde hieraan voldaan:
1. Nieuwe berichten omtrent vijand.
2. Eigen toestand v. z. noodig.
3. Opdracht regiment (in het algemeen) bataljon (in het
bijzonder) algemeen verloop nieuwe voorste verdedi
gingslijn, grenzen, opdracht neventroepen.
4. Bevelen voor het verrichten der dwaalspoor- en ver
sluieringsmaatregelen.
707