daarvan overdenken en met zijne ondercommandanten be
spreken. Het is daartoe noodig dat hij een juist begrip
heeft van de taak (waarover nader), welke een reserve
bataljon alzoo te vervullen kan krijgen, dat hij zich ten
spoedigste rekenschap geeft van de terreinsomstandigheden
A.T.V. in de omgeving, waartoe hij het terrein in de omgeving
160(2). van zijn opstellingsplaats verkent en doet verkennen, waar-
O.V.l. toe hij verkenningsopdrachten geeft met een scherp aan-
30(2). gegeven doel, dat hij goed op de hoogte is van het verloop
33(c). van het gevecht, waartoe hij, voor zoover zulks uit eigen
AT.V. aanschouwing niet mogelijk is, inlichtingen inwint, dat
160(2). hij steeds in verband blijft met de voorste troepen en dat
G.V.l. hij zorgt steeds in verbinding te blijven met den regi-
52. mentscommandant.
Zijn plaats is bij zijn bataljon, doch zoover mogelijk
naar voren elk oogenblik kan hij moeten handelen ten allen
133. tijde en volkomen moet hij ter beschikking zijn van den
regimentscommandant, opdat het bataljon overeenkomstig
diens bevelen kan worden gebruikthiermede moet hij dus
rekening houden bij zijne verkenning van het terrein in de
omgeving, zoowel naar voren als zij- en achterwaarts.
A.T.V. Bijzondere aandacht zal hij wijden aan de maatregelen
VIM. tot het hooghouden van het moreel van zijn bataljon (be-
G. V. I. zighouden, verpleging, enz
30(2)(3). Wat betreft de taak van een reserve batal
jon bij de verdediging dient men in het oog te houden
dat, in onze verhoudingen bij de ten onzent geldende
beginselen inzake de verdediging, als regel ten hoogste
een regiment voor eene verdediging zal worden ingezet en
dit min of meer zelfstandig zal moeten optreden. Een reserve
bataljon bij de verdediging zal zich dan ook als regel op
een niet aangeleunden vleugel bevinden meermalen zullen
beide vleugels onaangeleund zijn.
Steeds zal de commandant van een reservebataljon bij
115. de verdediging maatregelen moeten treffen voor bescherming
en beveiliging van dien vleugel en zorgen, dat althans een
134. deel van zijn bataljon onmiddellijk kan optreden tegen een
aanval op de flank van de voorste bataljons, waartoe het
terrein wordt bewaakt, terwijl dat deel sterk genoeg moet
zijn om aan een opdringenden vijand ernstigen weerstand
A.T.V.te bieden. Een en ander ook al is er eene algemeene ge-
84(2)(l).vechtsbeveiliging ten behoeve van het geheel.
Bij de verdediging van het regiment kan de taak van
een reservebataljon worden
een voorste bataljon dat zijn gevechtskracht heeft inge
boet, te vervangen. Als regel zal men vermijden de vuur-
G.V.I. Knie aan te vullen of te versterken; beter is het een
710