aangegeven door den regimentscommandant moeten
bezetten, zijwaarts van de terugtochtsstrook van het regi
ment, waardoor eerder het vuur op den achtervolgenden
vijand kan worden geopend. Het voornaamste wapen van
het bataljon daarbij is uiteraard de mitrailleur; de com
pagnieën worden slechts zoover ingezet als noodig is om
de stelling der mitrailleurs (en c q. artillerie) te beschermen
tegen vijandelijke patrouilles (cavalerie). Aan de overige
compagnieën geeft de bataljonscommandant, om ze in de
hand te houden, hetgeen vooral bij teruggaande troepen
zeer noodzakelijk en moeilijk is, opvolgend marschdoelen
aan, zoodanig, dat eene opstelling in de diepte wordt
verkregen, welke meer het karakter draagt van gereedheid
voor den afmarsch dan voor inzet tegen den vijand.
Het vuurgevecht van de geweermitrailleurs en geweer-
schutters bij eene opname stelling is uitzondering. Zoodra het
doel van de opname stelling is bereikt, wordt teruggegaan en
slechts bij dringende noodzakelijkheid opnieuw front gemaakt.
Teruggaande troepen marcheeren sneloponthoud in
den marsch komt blijkens de ervaring minder dikwijls
voor dan men wel volgens onderstellingen aanneemt
het is bij vredesoefeningen niet noodzakelijk het opnieuw
front maken veelvuldig te doen geschieden.
BRONNEN.
1. von Taysen. Uber die Formen des angelehnten Angriffs
und die Verteidigung im Bewegungskrieg.
2. Taktische Erfahrungen aus dem Weltkriege. Heft 2.
Grundsatze für die Führung. Heft 3. Infanterie.
3. Neues Handbuch der Taktik.
4. von Cochenhausen. Die Truppenführung.
5. Stollberger. Kampfschule für die Infanterie.
6. von Frantzius. Das Bataillon in Gefecht.
7. Lippmann. Die Einzelgefechtsausbildung.
8. id. DieGruppen-undKampfgruppenausbildung.
9. Ausbildungsvoischrift für die Infanterie.
10. Führung und Gefecht der verbundenen Waffen.
712