het moeilijkste is gedurende de beweging (naderingsmarsch en
aanval). Bij de verdediging heeft men toch meestal voldoende
tijd van voorbereiding, de onderdeelen hebben een vastgestelde
plaats, de verbindingen kunnen dus veelal op tijd gereed zijn
en met de meeste zorg worden aangelegd. In de beweging is de
toestand geheel anders. Het is toch niet goed mogelijk om
gedurende de rustpauzen telkens verbindingen aan te leggen en
deze bij het verder voorwaarts gaan weer op te breken. Het an
dere uiterste, nml. wachten met den aanleg der telefoonverbin
dingen tot de strijdmacht ten slotte ten aanval gaat, is echter
ook ten zeerste af te keuren, aangezien er dan groot gevaar
bestaat, dat de verbindingen te laat gereed zijn. Het volgen van
een juiste middenweg is daarom een eerste vereischte.
In de eerste plaats moet daartoe de stamlijn, indien er geen
bestaande lijnen in de nabijheid van den marschweg worden
aangetroffen, tijdens de voorwaartsche beweging worden verlengd,
waarbij de aanleg zoo mogelijk gelijke tred moet houden met
den marsch der voorhoede en dus in de meest belangrijke richting,
d. i. voorloopig de marschweg van het onderdeel en na ont
plooiing de marschweg van den commandant, over eene door-
loopende verbinding tot aan de voorste afdeelingen kan worden
beschikt. Naar wij vernamen, zal bij onze toekomstige organisatie
deze z. g. snelle aanleg ook mogelijk zijn. Het behoeft geen betoog
dat de verlenging van de stamlijn door snelle aanleg, waarbij
de stamlijn dus voor de interne verbinding in de marschcolonne
wordt gebruikt, alleen noodzakelijk is, indien eene ontmoeting
met den vijand wordt verwacht. Is zulks niet het geval dan kan
de verlenging van de stamlijn in langzamer tempo geschieden
en worden voor de interne verbinding in hoofdzaak ordonnansen
gebruikt.
Bij lange marschcolonne's zal het dan somtijds aanbeveling
verdienen z. g. marschverbindingsposten te gebruiken, welke op
bepaalde plaatsen worden opgericht en met behulp van ordon
nansen en optische middelen in onderlinge verbinding staan. Een
commandant, die een bericht heeft te verzenden behoeft dit dan
slechts aan den meest nabij zijnden post af te geven (te sturen),
welke voor de verdere doorzending zorg draagt.
Bij gunstige terreinafscheidingen (b. v. dwarswegen) kunnen
deze posten ook voor de verbinding met een nevencolonne wor
den gebezigd, terwijl zij uiteraard ook ten behoeve van de
achterwaartsche verbinding kunnen worden gebruikt. Zij zullen
dan veelal bezet moeten blijven, totdat de aanleg van de stamlijn
zoover gevorderd is, dat ze kunnen worden opgeheven.
De verlengde stamlijn wordt dus feitelijk verder ontwikkeld
en gebruikt als verbindingsas. Meestal wordt aan het voorge
legen einde van deze as een vooruitgeschoven verbindingspost
ingericht, welke er op berekend is om eventueel tot splitsing
in meerdere verbindingsassen (de vertakking) te kunnen overgaan.
714