waartoe het beschikbare telefoonmaterieel in de eerste plaats moet
worden verdeeld. Indien ieder bataljon de helft van het aanwezige
materieel aan het regiment afstaat wordt een vrij juiste verhou
ding verkregen. Bij de compagnie behoeft geen tel.materieel te
worden ingedeeld. Voor de bediening zijn er bij de bataljons
vermoedelijk wel een voldoende aantal opgeleide telefonisten
beschikbaar, welke naar dezelfde verhouding kunnen worden
verdeeld. Indien er niet voldoende personeel is voor de bedie
ning van het aanwezige materieel, kan men desnoods eenige
daarvoor geschikte manschappen voor het uitleggen van de telefoon
lijnen als helper indeelen. De functie van lijnlegger vereischt
zeer weinig speciale kennis, welke zeer spoedig kan worden geleerd.
Bij de bataljons is een voldoende aantal seiners voorhanden,
zoodat het mogelijk is bij den Regt.- en Bat.staf ieder 6 en
per Cie. 4 seiners in te deelen met welk aantal kan worden
volstaan. De seiners bij het regiment en het bataljon kunnen dan
3 seinposten van 2 man of 2 seinposten van drie man vormen,
daar indeeling van 2 man voldoende is te achten voor het seinen
op de kortere afstanden en er alleen 3 man noodzakelijk zijn,
indien door den grooteren afstand het gebruik van een kijker
noodzakelijk is.
De indeeling van de noodige ordonnansen zal in de praktijk
wel geen groote bezwaren opleveren, te meer daar bij de meer-
daagsche oefeningen wel een beroep zal kunnen worden gedaan
op de hulp van de Cie wielrijders en het Peloton ordonnansen.
Wanneer men bij de infanterie dus verbindingsafdeelingen vormt
in den geest als hiervoren aangegeven, zal men bij de oefeningen
het verbindingssysteem ook kunnen toepassen, met dien verstan
de echter, dat met het oog op de geringe hoeveelheid telefoon-
materieel naar beperking van de telefoonverbindingen moet worden
gestreefd. Deze beperking kan op de volgende wijze worden ver
kregen.
Indien men over een volledige organisatie kan beschikken
bestaat een verbindingsas door het regiment tot stand gebracht in
den regel uit ten minste 2 telefoonlijnen, (bij gevechten van
langeren duur soms uit 3 en meer) waarvan er meestal 1 ter be
schikking van de artillerie zal worden gesteld. Bovendien zal men
dan dikwijls dwarsverbindingen tusschen de Bataljons (c. q met
een neven regiment) aanleggen. Met de tegenwoordige hoeveel
heid materieel en personeel zal men moeten afzien van het aan
leggen van dwarsverbindingen en geen lijnen ter beschikking
van de artillerie kunnen stellen en dus in den regel met één door
de infanterie tot stand te brengen lijn in de verbindingsas ge
noegen moeten nemen. De artillerie zal derhalve voorloopig de
geheele verbinding met de infanterie zelf tot stand moeten brengen,
waarbij het echter aanbeveling zal verdienen ter wille van het
systeem, zooveel mogelijk het tracée van de verbindingsas te
volgen.
717