schen c.q. ook met optische middelen, worden onderhouden.
Treedt het regiment of een der onderdeden als veiligheidsafdeeling
op, dan kan de onderlinge verbinding tusschen de onderdeelen
van de voorhoede (achterhoede of flankdekking) en c.q. ook
de verbinding met de hoofdmacht bovendien door een ordon
nansenketen (z.g. verbindingsmanschappen of -rotten) worden
onderhouden. De hiervoor benoodigde manschappen worden uit
de gevechtssterkte van het hoogere échelon aangewezen. Zij
marcheeren in onderling gezichtsverband (100 300 M.) en zijn
belast met het doorgeven van afgesproken teekens of korte
mondelinge mededeelingen.
Ten behoeve van de interne verbinding in de marschcolonne
zal in den regel niet van marschverbindingsposten gebruik wor
den gemaakt.
Bij een zelfstandig optredend detachement kunnen deze echter
wel ten behoeve van de verbinding naar achteren (aansluiting op
het bestaande net) en indien in meerdere colonnes wordt ge
marcheerd ten behoeve van de zijwaartsche verbinding worden
gebezigd.
D. Marschen binnen 's vijands bereik en de naderingsmarsch.
Bij deze marschen moet men er op bedacht zijn spoedig tele
fonische aansluitingen ten behoeve van de hoofdverbindingen
[verb, as(sen)] tot stand te brengen. Vóór tot ontplooiing wordt
overgegaan, wordt in den regel door het personeel van de infanterie
nog geen telefoonverbinding aangelegd. Dit geschiedt bij het
optreden van het regiment in hooger verband door de verbin-
dingsafdeeling van de Divisie en bij een zelfstandig optreden
door extra toegevoegd materieel en personeel. Waar deze ver
binding zoo mogelijk moet doorloopen tot aan de spits van de
voorhoede, kan de infanterie ten behoeve van de interne verbinding
daar ook gebruik van maken. Ook na de ontplooiing zal waar mo
gelijk zoo lang mogelijk door de infanterie van bovenbedoelde
verbinding gebruik kunnen worden gemaakt. Is zulks niet mogelijk,
dan zal men in het regiment al spoedig tot den aanleg van een ver
bindingsas moeten overgaan. In den regel zal men met één ver
bindingsas genoegen moeten nemen. Bij een regiment, dat uit de
hoofdmacht moet uitbuigen om verder in voorste lijn te marcheeren
is evenwel de aanleg van telefoonverbinding in de as niet steeds
dadelijk noodzakelijk, terwijl bij een regiment, dat in tweede linie
volgt gedurende den naderingsmarsch de aanleg van telefoonlijnen
in den regel geheel achterwege kan blijven.
Ook indien nog geen telefoonlijnen worden aangelegd, wordt
door den regimentscommandant op van te voren aan te geven,
aan den marschweg gelegen plaatsen de oprichting van vooruit
geschoven verbindingsposten (ordonnansen en optische middelen)
gelast. De verbinding met de commandanten van de bataljons in
voorste lijn wordt door tusschenkomst van deze posten onder-
720