Wat is nu de toestand? Nadat de opleiding voor brigadier een
tijd is stopgezet geweest, konden er met 1 Juli eindelijk eenige
kanonniers op ktrpskaderschool komen. Het was een lichtpunt
in de duisternis, toen zulks bekend werd. Aan de moedeloosheid
door een volkomen gebrek aan vooruitzichten zou dan een einde
komen. Het was ook zoo hard, ook voor den officier, die met
zijn menschen meevoelt. Maar helaas, toen de werkelijkheid door
drong, dat er vijf afdeelingen waren, die elk wel een dertigtal
candidaten zouden leveren, begon men al gauw in te zien, dat
het een lot uit de loterij zou zijn als men tot de gelukkigen be
hoorde. Vele kropen al dadelijk in hun schulp, bij de weten
schap, dat ze om kans van slagen te hebben tot de besten onder
de besten moesten behooren, en gaven zich dan ook niet eens
op. In het kort, het resultaat was dat vier man van ons korps
werden uitverkoren, en personeel met H. B. S.-opleiding en alle
functies, die een kanonnier bij de batterij kan behalen, met een
goed examen, niet kon worden geplaatst, omdat andere zeer goed
of uitmuntend haalden. Dit is het gevolg van het instituut van
„aanbevolen militairen", waardoor de mogelijkheid geschapen is
om menschen met minder capaciteiten bij de kaderopleiding
den voorrang te geven boven de goede krachten, welke in den
troep in ruime mate beschikbaar zijn.
Vraag 1 en 3 moeten dus m.i. beantwoord worden in dien zin,
dat de proef allesbehalve als geslaagd is te beschouwen, dat
gebleken is dat het instituut voor de artillerie niet voldoet ineen
bestaande behoefte en dat het ook na wijziging in den geest als
door den heer Van Altena bedoeld, voor de kadervoorziening bij
dit wapen als overbodig dient te worden aangemerkt.
731