743 wagens vermeldt de schr. als minimum eischengewicht 6 tot 9 ton, snelheid langs den weg 20 a 30 K.M., in goed terrein 20 K.M., werkingssfeer 50 tot 75 K.M. benevens een gevechtsdag, bewapening minstens 1 kanon vaa 47 m.M,, of 2 gejumelleerde mitrailleurs, klimvermogen tot hellingen van 100%, moet waterloopen van 1,50 M. diepte kunnen overschrijden en slooten van 2 M. breedte kunnen passeeren. Revue Militaire Suisse. April 1928. Capitaine Montfort eindigt zijn beschouwingen„Le service en campagne. Contribution a 1'étude de I'instruc tion sur Le service en campagne. Les avant-postes." Uit deze studie treedt het geheele stelsel van rustbeveiliging, gehuldigd in het Zwitsersche voorschrift duidelijk naar voren. Kort samengevat komt het daarop neer, dat de voorposten meer een verdedigend dan een bewakend element vormen zij worden voor den nacht uitgezet's nachts verspreidt men zich niet, maar groepeert men zich; de commandant geeft de opdracht voor de voorposten, preciseert hun gedragslijn en de handelwijze ingeval van een aanvalten behoeve van de rustbeveiliging mogen niet meer troepen worden aangewend dan bepaald onvermijdelijk. De verschillende elementen van de voorposten worden in beschouwing ge nomen. Luitenant Naef schrijft aan de hand van foto's over het gebruik van de parachute bij de militaire vliegdiensten. Hij geeft aan dat het vraagstuk in het buitenland althans voor de piloten is opgelost, bespreekt het vraagstuk voor de waarnemers, en geeft verschillende meeningen van buitenlandsche schrijvers weer. In het volgend nummer van de R M.S. wordt in de rubriek „informations" dit artikel critisch besproken. Uit die bespreking valt de con clusie te trekken, dat de luitenant Naef onder de optimisten mag gerekend worden en het artikel met eenig voorbehoud moet gelezen worden. Revue Militaire Suisse. Mei 1928. Colonel Verreij bespreekt den tegen aanval en stelt zich daarbij ten doei de terzake handelende artikelen uit het nieuwe Zwitsersche gevechtsvoorschrift met een paar voorbeelden uit de krijgsge schiedenis te illustreeren. Als zoodanig heeft het artikel dus ook waarde voor ons. Schr. kiest zijn voorbeelden uit den oorlog van 1870 en uit den strijd aan den Yser in 1914. Het artikel wordt vervolgd. Luitenant Naef propageert opnieuw voor den vliegdienst en schrijft nu over Pour la defense aérienneook nu worden aan de hand van foto's eenige typen jacht- en gevechtsvliegtuigen besproken. Mil. Woch. Blatt. 4 Mei 1928. Typisch is een artikel getiteld„Gefechts- einheiten". Men zou het als een tegenhanger kunnen aanmerken van een artikel ten vorige jare verschenen (No. 48 van 1927; zie I. M. T. '27 No. 9.), waarin voor vermindering van het aantal compagniëen per regiment werd gepleit. De schr. geeft eerst een beeld van de zeer vermeerderde uitrusting van de divisie aan artillerie en betoogt dat men thans tot 144 kanonnen per divisie gaat. Schr. is evenwel van meening dat in verhouding daarmede de infanterie van de divisie te zwak is. Want zegt de schr. De infanterie leidt naar verhouding veel grootere ver liezen dan de andere wapens. Al heel gauw zal de infanterie zoo sterk geleden hebben, dat de divisie uit dien hoofde niet verder strijden kan. Hij wenscht daarom inplaats van 3 of 4, zes compagnieën per bataljon. Daarbij wil hij dan een geheel andere gevechtsgroepeering. In een regiment worden nimmer 2 of meer bataljons in eerste linie geplaatst, doch volgen de bataljons achter elkaar. Aanvul ing van achteren heeft nimmer plaats. Het voorste bataljon krijgt een bepaald gevechtsdoel dat het steunende op eigen krachten moet bereiken. Is dat doel bereikt, dan wordt het geheele bataljon vervangen (een soort passage de ligne dus) door het volgende bataljon, enz. Schr. eindigt als volgt: De samen stelling van een infanterie-bataljon moet daarom zoo zijn, dat het weer een echte gevechtseenheid wordt, een troepenlichaam dat op eigen kracht steunende een gevecht succesvol tot een eind kan brengen. Dit moet de grondslag zijn waarop een moderne divisie moet worden opgebouwd. Het huidige bataljon met zijn 3 compagniëen is niet de draagkrachtige hoeksteen, welke het in het gevecht zijn moet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 79