„Dezen hadden in dien tijd dus ruimschoots gelegenheid, met „elkander kennis te maken, zoodat ze min of meer een op zich- zelfstaand geheel vormden, toen de anderen aankwamen. Was „het dan ook te verwonderen, dat in die eerste dagen eene zekere ^afscheiding bleef bestaan tusschen deze beide categorieën? Maar "o-elukkig, lang zou dat niet zoo blijven en het was met algemeen „instemmen der beide partijen, dat het voorstel,^ om een verbroe deringsfeest te organiseeren op de Cadetten-Societeit werd aange komen en uitgevoerd. „Van dien dag af was het korps één; moge het dat steeds „blijven!". Hiermede is tevens in het kort de verbroedering van C. S. met H. B. S. geschetst. De verhouding heeft gedurende de 3 jaren, waarin broederlijk het lief en leed werd gedeeld, niets te wenschen overgelaten. Toch was een aantal van 80 cadetten niet voldoende om het sombere en holle van het gebouw, dat in de vioegere jaren om en bij de 350 cadetten had geherbergd, geheel weg te nemen en met verlangen werd uitgezien naar vermeerdering van bevolking. 1896 bracht het tweede en '97 het derde jaar op het gebouw, waardoor de normale sterkte werd bereikt. De eerste driejarige periode van de gereorganiseerde Academie heeft zich met door belangrijke gebeurtenissen onderscheiden. Vossen, practijk, sport en weinig uitgaan vormde wel de hoofdindeeling van ons opgesloten bestaan. Toch heerschte er een prettige stemming onder de cadetten, en al werd er ook wel gekankerd, de hoofdtoon bij het samenzijn was en bleef aan den vroolijken kant. De lichtpunten waren de verloven en de detachee ringen. In het nieuwe stelsel werd veel waarde aan practische vorming in den troep toegekend, waarom de detacheeringen aan het einde van het 1ste en 2e jaar werden ingevoerd. Hierdoor verviel het verblijf in het Cadettenkamp te Teteringen. Het cadettencorps om den vlaggenheuvel geschaard, waarbij het: „Bonsoir mes amis, bonsoir" bij het vallen van den avond over de Teteringsche hei weerklonk, werd een beeld uit het verleden! Ongetwijfeld hebben de detacheeringen groot nut voor de prac tische vorming van de a. s. officieren gehad. Van de gebeurtenissen uit het cadettenleven, welke vermelding verdienen, moge in het bijzonder worden genoemd, het planten van de Koninginneboom nabij het „Walletje" op 19 April 1898 ter herinnering aan het Kroningsjaar. Kort daarop wordt het eerste driejarig tijdperk van de gereorga niseerde Academie afgesloten met het eindexamen van het oudste jaar en de daaropvolgende benoeming tot 2e luitenant op 28 Juli 1898. 6 September konden de jeugdige officieren getuige zijn van de Inhuldiging, nadat zij kort te voren de eed van trouw aan Hare Majesteit de Koningin hadden afgelegd. 824

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 11