doch soms ook wel eens wreed verstoord door een stuk krijt, dat
uit de richting van den leeraar kwam; bij de schermlessen begon
het gezonde denkbeeld baan te breken, dat men niet in de scherm -
zaal kwam om te schermen, doch om bij de kachel sigaretten te
rooken en te kijken naar een partijtje trekken van den goeden ouden
„Hali" met een of ander schermfanaat; op het rapport bij den
compagniescommandant werden de straflijstmenschen met toege
vendheid behandeld, zoodat zelfs het wonderbaarlijke feit zich
voordeed, dat iemand, die zich op het rapport voor een of ander-
gepleegde euveldaad had te verantwoorden, in stede van met het
gebruikelijke aantal dagen met een pluimpje uit het oog van zijn
compagniescommandant verdween. Ja, het was een rare tijd. Zelfs
het paardrijden op de geit van adjudant Dillewijn, wat uiteraard
geschiedde met de loffelijke bedoeling om de in de rijlessen verkre
gen vaardigheid te onderhouden, nochtans zeer eigenaardig in.
normale tijden verboden was, werd met eenige toegevendheid;
gadeslagen. Het klimmen in boomen, het kruipen in de onder-
aardsche gangen, het varen in de gracht met een schuit van de
genie, ja zelfs het ontheiligen van de exercitiebatterij door het
beklimmen van 24 c. M. IJ. werden met zachte correcties afgedaan.
Kortom, er heerschte een beminnelijke stemming. De officieren:
van politie konden nog alleen maar nijdig worden, als ze bemerkten,
dat de cadetten niet zacht en vaderlijk werden behandeld terwijl
de meest gevreesde onderofficieren van politie zooals de Kaas,,
de Bajonetneus e. a. aangezichten vertoonden, welke bolrond ston
den van goedmoedigheid. Alles straalde genoegen uit en zelfs de
melk, welke na het morgenappel genoten werd, schuimde van
pleizier of misschien ook wel van iets anders.
En waaraan was dit alles nu wel toe te schrijven? Voorloopig
bleef zulks voor de meesten onzer duister. Doch spoedig werd het
geheim verbroken en kwam een iegelijk tot de wetenschap, dat de
milde stemming een voorloopster was van de feeststemming, die
zich van al het personeel van Kilacadmon zou meester maken bij
de herdenking van het 70-jarig bestaan van de K. M. A.
Op den 25sten October 1898 werd n. 1. door den Gouverneur,
den Kolonel J. T. T. C. VAN DAM VAN ISSELT beslist, dat op den
24sten November d. a. v. het 70-jarig bestaan der K. M. A. feestelijk
zou worden herdacht. Het feest moest een huishoudelijk karakter-
dragen, doch zulks belette uiteraard niet er veel werk van te
maken, wat het cadettenkorps trouwens aan de traditie verplicht
was. En niettegenstaande den korten tijd van voorbereiding werd
er dan ook inderdaad iets zeer goeds voortgebracht; de uitvoering
in Concordia klonk als een klok. Doch daarvoor is hard gewerkt
moeten worden. Onder leiding van een hoofdcommissie werden
verschillende commissiën voor het tot stand brengen van de ver
schillende nummers van het programma aan het werk gezet;
die commissies werkten met voorbeeldigen ijver en soms met
827;