zekere gewichtigheid door sommigen ten onrechte een beetje dikdoenerij geheeten, wat intusschen gelet op de belangrijkheid der functie wel eenigszins toelaatbaar mocht worden geacht en zorgden werkelijk uitstekend voor het af-zijn van haar nummer. Toen 24 November aanbrak, kon dan ook met voldoening wor den gezegd, dat de zaak zou marcheeren. Het feest werd op genoemden dag ingezet met een uitvoering in den namiddag van de muziek van het 6de Regiment Infanterie in de ontspanningszaal. Dit bracht er al dadelijk de stemming in, wat ieder, die wel eens kapelmeester Stenz met zijn mannetjes in de amusementszaal heeft hooren blazen, op de bekende manier, dat de ruiten ervan rinkelden en de „kopjes thee met een bordje" van de tafeltjes vielen, zich wel zal kunnen voorstellen. Nog leven dig herinner ik mij, dat wij dien middag een genoegelijke „keet" hebben geschopt en dat het buffet een ruim debiet had. De „stuk ken van 6 en van 8" zoomede de „zakjes Russen" vonden behoor lijk aftrek en onder den invloed der feeststemming lieten velen zich zelfs verleiden om in stede van het gebruikelijke „zakje Russen van de 8" het anders slechts voor ruime beurzen bereikbare „zakje Russen van de 6" te koopen. De feeststemming werd aan het middagmaal, waarbij deputaties van andere militaire onderwijsinstellingen aanzaten, levendig gehou den door een extramenu, dat in de jonge jaren immer een stimulee- rende werking pleegt uit te oefenen. Bij het middagmaal verscheen de Gouverneur, die in een keurige rede wees op de hooge betee- kenis van den dag, een aantal zeer verdienstelijke mannen, die aan de K. M. A. hunne beste krachten hadden gegeven, in de herin nering terugriep en opwekkende woorden tot de cadetten richtte om hunne militaire eigenschappen zoo hoog mogelijk op te voeren, niet slechts tot bevestiging van den bloei der K. M. A. maar ook ter handhaving der inwendige kracht van ons Vaderland, tot ver hooging van Nederland's beteekenis naar buiten en tot verzekering van den luister onzer Kroon en van den voorspoed der Regeering onzer geliefde Koningin. Een donderend „Leve de Koningin" volgde onmiddellijk op de krachtige, opwekkende rede. In de na-avond kwam echter de „clou" n. 1. de uitvoering in Con cordia, welke schitterend van stapel liep, zoodat allen, die zich daarvoor hadden moeten inspannen, door het succes prachtig wer den beloond. Men bood een gevarieerd programma van muziek, komische voordrachten, ordeoefeningen, schermoefeningen, keuroefeningen aan rek en ringen, voltigeeren en ten slotte een apotheose n. 1. hulde aan Koning Willem I, den stichter van de K. M. A. Koning Wil lem I, voorgesteld door een der cadetten, was zoo uitmuntend gegrimeerd, dat de gelijkenis werkelijk frappant was. Verschillende cadetten in de uniformen van vroegere jaren gaven aan het geheel een eigenaardige bekoring. Het was werkelijk een prachtnummer; 828

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 15