moedigheid. Op gelijke wijze kwam de eerste senaattot stand en een der eerste goede daden van onzen Gouverneur bestond in het uitnoodigen van zijn leden aan een maaltijd in het eer biedwaardig uitziende gouverneurshuis. Voor zoover nog niet het voorrecht genoten hebbend particulier met den hoogen gastheer te mogen kennis maken, waren wij wel eenigszins benauwd vereerd, hetgeen terugdenkend aan dien tijd niet veel voorstellings vermogen vereischt. Uit de hartelijke ontvangst voelden wij echter hoe onze Gou verneur, daarin op de meest innemende wijze bijgestaan door zijne Echtgenoote, er in slaagde zijn groote ingenomenheid tot uiting te brengen onze vertegenwoordigers als gasten in zijn huis te zien. Nog herinneren wij hem ons levendig, zooals hij ter eere van den Senaat van zijn cadetten korps gekleed in groot tenue, voorzat aan de feestelijk versierde tafel, waaraan voor deze gele genheid de liefste jongedames van Breda waren genoodigd. Daar werd een band van vriendschap en voor ons tevens van hooge vereering gelegd tusschen den gouverneur en zijn cadetten korps, een band die in onze gedachten in later jaren nooit verbroken is. Zoo ontving en eerde hij onze eerste Senaat en dat dit lichaam nog niet door ervaring georiënteerd, niettemin in den vervolge op redelijke wijze aan zijn doel beantwoordde, dankten wij als zooveel andere goede veranderingen, in de eerste plaats aan de hooge opvattingen van den Gouverneur Kolonel van Dam van Isselt. En waar wij nu na 30 jaren gereed staan het 100-jarig stichtingsfeest te vieren van onze veel gesmade en toch geliefde Academie, herdenken wij de op 24 November 1898 door den Gouverneur met het oog op dit eeuwfeest ons toen reeds toegespro ken wenschen„dat allen die daarvan nog getuige mochten zijn, met „rechtmatige zelfvoldoening zouden mogen terug zien op hun „levensbaan en naar waarheid zouden mogen getuigen te allen „tijde, soms onzichtbaar, maar daarom des te machtiger, den „arm te hebben uitgestrekt tot bescherming van de levenstaak „onzer dierbare Vorstin." En als wij hierin dan geslaagd mogen zijn, dan danken wij dit voor een voornaam deel aan den voortreffelijken en hoog vereerden man, die op zoo meesterlijke wijze onze schreden en onze gevoelens leidde, den Gouverneur Kolonel J. T. T. C. van Dam van Isselt. G. C. J. BODDE. Kolonel der Artillerie. 833 Hoewel reeds in 1880 en later in 1892 een Senaat in het leven was geroepen, rust deze instelling eerst sedert 1898 op hechten grondslag. De eerste in 1898 gekozen, Senaat was samengesteld uit de cadetten J.J. Donner, H. G. Keppel Hesselink, F. H. Dolleman, J.J. Sporry, W. P. Tielenins Kruythoff, G. C. J. Bodde en W.J. Jeltes. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 20